‘Vertrouwen in de toekomst.’ Voor mij als fervent aanhanger van ‘focus op werk’ klopt de titel van het regeerakkoord van Rutte III. Heeft u het ook gelezen? Op een negental pagina’s beschrijft het akkoord de maatregelen die de arbeidsmarkt, en het aan het werk gaan, moeten stimuleren.
‘Vertrouwen in de toekomst.’ Voor mij als fervent aanhanger van ‘focus op werk’ klopt de titel van het regeerakkoord van Rutte III. Heeft u het ook gelezen? Op een negental pagina’s beschrijft het akkoord de maatregelen die de arbeidsmarkt, en het aan het werk gaan, moeten stimuleren. Werk moet lonender worden via een vereenvoudiging van het belastingstelsel en het aanpassen van de tarieven, werkgevers en werknemers moeten meer zekerheden krijgen. Flex wordt minder flex en vast minder vast. Tijdelijke contracten over een langere periode, minder lang loondoorbetaling bij ziekte en versoepeling van het ontslagrecht.
Allemaal maatregelen waarmee het kabinet meer mensen wil inschakelen op de arbeidsmarkt en hen daar ook langer wil houden. Een meer dan lovenswaardig streven en Rutte III wil er echt werk van maken. Het is dan ook des te opvallender dat er mijn inziens twee zaken in het akkoord staan die haaks staan op dit streven. Het voornemen om 20.000 extra beschutte werkplekken mogelijk te maken en de introductie (of beter de herintroductie, maar daarover later meer) van de loondispensatie.We moeten ervoor zorgen dat een relatief duur instrument als beschut werk niet voor een kleine specifieke groep wordt ingezet.
Met die 20.000 extra beschutte werkplekken gaat Rutte III door op de door voormalig staatssecretaris Klijnsma ingeslagen, onzalige, weg. Met de inzet van beschut werk worden mensen namelijk gevangen in een zwaar instrument en wordt schijnbaar geen lering getrokken uit de ervaringen uit het verleden. Natuurlijk, ik weet ook dat een bepaalde groep zo’n grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft, dat deze gebaat is bij een vorm van gesubsidieerde arbeid. Maar we moeten ervoor zorgen dat een relatief duur instrument als beschut werk niet voor een kleine specifieke groep wordt ingezet. Daarmee dreigt namelijk een veel grotere groep het kind van de rekening te worden. Gemeenten kunnen hun geld immers maar één keer uitgeven.