Na 21 jaar volwasseneneducatie (VE), waarbij de zelfredzaamheid van burgers via cursussen, vooral in de Nederlandse taal en alfabetisering, in regionale opleidingscentra (roc’s) werd verbeterd, is nu de tijd aangebroken om levenslang leren voor iedereen centraal te stellen. Hoe is levenslang leren voor iedereen te realiseren?
De SER concludeerde in haar rapport van 17 november 2017 dat iedereen zich moet blijven ontwikkelen om de snel wisselende technologie bij te benen. Eerder kwam de Nationale Denktank van 22 jonge afgestudeerden tot dezelfde conclusie. Minister Koolmees van SZW bevestigde het nogmaals in een interview in de Volkskrant van 20 december 2017. Met de kennis die je als achttienjarige hebt verworven, kun je niet meer vijftig jaar vooruit in de wereld en op de arbeidsmarkt.
Volwasseneneducatie
In 1996 zijn de vele initiatieven om volwassenen verder te ontwikkelen, zoals de Moedermavo, de VOS-cursussen, avondscholen en vele cursussen in buurt- en wijkcentra ondergebracht in één regeling: de volwasseneneducatie. Gemeenten en regio’s ontvingen van het rijk budget (€ 360 miljoen) om bij de kort daarvoor gevormde roc’s cursussen in te kopen, gericht op het versterken van de maatschappelijke, educatieve en sociale zelfredzaamheid van hun inwoners. In overeenkomsten tussen gemeenten en roc’s werden afspraken vastgelegd over de aard en omvang van de cursussen, de te bereiken doelen en het aantal cursisten. Een groot deel van het onderwijs bestond uit taal, rekenen en burgerschap voor de vele migranten. Met de komst van de wet Inburgering is het budget VE fors gekrompen. In 2013 is de VAVO (het Voortgezet Algemeen Vormend Onderwijs, de oude avondschool) uit het VE gehaald en het aanbod wettelijk beperkt tot zes ‘smaken’ taal en rekenen. Ten slotte is in 2015 (met toen nog een budget van € 55 miljoen) de verplichte uitvoering van VE door de roc’s geleidelijk afgebouwd. Het plan was dat de roc’s vanaf 2018 geen aanspraak meer zouden kunnen maken op financiering van VE. Gemeenten en regio’s dienden via een educatief plan aan te geven welke groepen burgers een aanbod zou worden gedaan. Dat zou via aanbesteding en/of subsidiëring worden ingekocht bij allerlei organisaties die met professionals en vrijwilligers werken. De gedachte was dat zo veel meer dan de huidige 25.000 deelnemers bereikt zouden worden. In februari 2017 gaf minister Bussemaker echter aan de noodzakelijke wetswijziging om het VE budget niet geoormerkt onderdeel van het gemeentefonds te laten worden, over te laten aan haar opvolger. De resultaten van de evaluatie van de wetswijziging 2015 waren immers nog niet bekend. Dat biedt ruimte om ook andere opties te bezien.