Gemeenten zijn verplicht cliënten of hun vertegenwoordigers te betrekken bij de beleidsontwikkeling en uitvoering van de Participatiewet en de Wmo. Bij het inrichten van deze cliëntenparticipatie heeft de gemeente beleidsvrijheid. Er is wel een kader vastgelegd, maar wat is eigenlijk de praktijk?
Met de komst van de drie decentralisaties kiezen steeds meer gemeenten voor een brede sociaal domeinraad. Zodat deze raad hen integraal kan adviseren op het terrein van werk en inkomen, zorg en jeugdhulp. We zien dat gemeenten op zoek zijn naar nieuwe vormen van cliëntenparticipatie. Bij de Landelijke Cliëntenraad (LCR) worden we benaderd door cliënten en cliëntenraden die zich zorgen maken dat cliëntenparticipatie verdwijnt en wordt vervangen door burgerparticipatie. Dat zijn adviesraden die worden bemenst door betrokken burgers en waar cliënten geen of nauwelijks onderdeel van uitmaken. Cliënten maken zich zorgen dat hun stem niet of onvoldoende wordt gehoord. De LCR constateert dat met de komst van sociaal domeinraden thema’s op het terrein van werk en inkomen onvoldoende op de agenda’s komen.
Hoe dit komt, is niet onderzocht. Een verklaring zou kunnen zijn dat er bij de sociaal domeinraden zoveel onderwerpen aandacht vragen dat er onderwerpen ondersneeuwen. Om cliëntenparticipatie op het terrein van werk en inkomen te versterken en borgen is de LCR recent een project gestart dat wordt uitgevoerd door Movisie.
Wij vragen ons af: Waar zijn gemeenten naar op zoek bij het herinrichten van cliëntenparticipatie? Zien zij nog de meerwaarde van cliëntenparticipatie? En wat is deze meerwaarde?