Het gaat goed met de Limburgse economie. Zo goed zelfs dat we de rest van het land achter ons laten. Voor het eerst sinds jaren, misschien wel ooit, is de werkloosheid in Limburg (5,5%) lager dan het landelijk gemiddelde (6%). Een Wirtschaftswunder, zo lijkt het wel. De arbeidsmarkt trekt zo sterk aan, dat er zelfs krapte in diverse sectoren ontstaat. Een zorgelijke wending, maar daarover later meer.
Het gaat goed met de Limburgse economie. Zo goed zelfs dat we de rest van het land achter ons laten. Voor het eerst sinds jaren, misschien wel ooit, is de werkloosheid in Limburg (5,5%) lager dan het landelijk gemiddelde (6%). Een Wirtschaftswunder, zo lijkt het wel. De arbeidsmarkt trekt zo sterk aan, dat er zelfs krapte in diverse sectoren ontstaat. Een zorgelijke wending, maar daarover later meer.
Deze ontwikkeling van de economie lijkt de conclusie te rechtvaardigen dat we eindelijk de Limburgfactor voorbij zijn. Mocht u het niet weten: dat is de factor waarmee wordt aangegeven dat in Limburg mensen een slechtere gezondheid hebben als gevolg van onder andere een lager opleidingsniveau, meer en langere werkloosheid, een gebrek aan het nemen van verantwoordelijkheid en een lagere participatie, dan de rest van Nederland. In Zuid-Limburg lijkt deze factor nog hardnekkiger dan in de rest van Limburg.
Helaas lijkt het echter maar alsof we de Limburgfactor voorbij zijn. Immers, nog altijd staan in Zuid-Limburg zo’n dertigduizend mensen langs de kant. Het kost nog altijd de grootste moeite om deze groep die bestaat uit bijstandsontvangers, Wajongers, nuggers en WW’ers aan het werk te helpen. Sterker nog, als er vacatures beschikbaar zijn, is het zelfs uiterst moeilijk om deze mensen te bereiken, laat staan ze te bemiddelen.