December vorig jaar gaf ik een lezing voor zo’n tachtig re-integratieprofessionals van de gemeente Amsterdam. Mijn boodschap was: er zijn interessante wetenschappelijke inzichten die uw werk leuker maken, probeer deze toe te passen. En bedenk met elkaar oplossingen voor vraagstukken waar nog geen kennis over is. Een betere locatie had ik me niet kunnen wensen: het wetenschapsmuseum NEMO waar jong en oud de fascinaties van de wetenschap kunnen ervaren.
December vorig jaar gaf ik een lezing voor zo’n tachtig re-integratieprofessionals van de gemeente Amsterdam. Mijn boodschap was: er zijn interessante wetenschappelijke inzichten die uw werk leuker maken, probeer deze toe te passen. En bedenk met elkaar oplossingen voor vraagstukken waar nog geen kennis over is. Een betere locatie had ik me niet kunnen wensen: het wetenschapsmuseum NEMO waar jong en oud de fascinaties van de wetenschap kunnen ervaren. Ik presenteerde drie wetenschappelijke modellen: de Theory of Planned Behaviour (TPB), het model van Wanberg en de Zelf-Determinatie Theorie (ZDT). Stuk voor stuk onomstreden, toegankelijke theorieën die als kennisbasis kunnen dienen voor het handelen in het sociale domein.
Houvast
Natuurlijk, er ligt meer nuttige kennis voor het oprapen. Het gaat er om dat er binnen gemeenten een cultuur ontstaat waarin kennis gedreven handelen normaal is, op alle niveaus. Ik geef drie voorbeelden van wat dat kan brengen. Ten eerste, ik kom veel klantmanagers tegen die worstelen met werkzoekenden die ‘niet-willen’. Klantmanagers die de TPB kennen, zijn in staat een bewuste strategie uit stippelen om het gedrag van de ‘niet-willers’ om te buigen naar gemotiveerd werkzoekgedrag. Ten tweede, zeven aspecten bepalen succesvolle re-integratie (Wanberg-model) en er is (weliswaar beperkte) kennis over welke aanpakken op die gebieden effectief zijn. Het logische advies luidt: verzamel in de intakefase informatie over die aspecten. Dit biedt inzicht in welke combinatie en ernst van factoren de werkzoekende belemmeren en dát geeft weer aangrijpingspunten voor het kiezen van de juiste ondersteuning waarvan de effectiviteit is aangetoond. En als dat laatste nog niet het geval is, bouw daar dan kennis over op. Ten derde, de ZDT benoemt drie universele basisbehoeften: gevoel van competentie, autonomie en verbondenheid. Kennis van dit model geeft klantmanagers een prachtig houvast voor een respectvolle bejegening van werkzoekenden. En op basis van dit model kunnen we beargumenteren waarom het rücksichtslos opleggen van een tegenprestatie contraproductief is.