In de Veenkoloniën komt meer dan de helft van de mensen die het wettelijke schuldsaneringstraject volgen uit een gezin dat inkomen uit werk of een onderneming ontvangt. Gezien de huidige economische crisis is het dus alle hens aan dek om ook voor deze groep een toename in schuldproblemen te voorkomen.
Problematische schulden komen in de Veenkoloniën relatief het meest voor bij economisch kwetsbare groepen zoals eenoudergezinnen, gezinnen met lage inkomens en gezinnen die een bijstandsuitkering ontvangen.
Armoede- en schuldvraagstukken zijn in het licht van de huidige COVID-19 pandemie een belangrijk onderwerp. Economisch kwetsbare groepen hebben door het verliezen van inkomsten als gevolg van COVID-19 een verhoogde kans op het maken van schulden. Vanaf begin 2021 treedt er een wetswijziging in werking waardoor gemeenten mensen met betalingsachterstanden en schulden eerder schuldhulpverlening kunnen aanbieden. Het uitwisselen van informatie over betalingsachterstanden met woningcorporaties, energie- en drinkwaterbedrijven en zorgverzekeraars wordt dan mogelijk gemaakt. Gemeenten doen er echter goed aan om zich ook te richten op de groepen die problemen ondervinden met het betalen van hun basisbehoeften voordat er een betalingsachterstand is ontstaan. Mensen die moeite hebben met het betalen van onmisbare zaken zoals voedsel, kleding, persoonlijke verzorging of wonen, lopen eerder tegen schuldproblemen op een later moment aan (Nibud, 2020).
In de Veenkoloniën (zie figuur 2) hebben we een eerste verkenning uitgevoerd. In dit gebied in Oost- Groningen en Zuidoost-Drenthe komt relatief veel (generatie)armoede voor (Edzes & Strijker, 2017). De groep mensen onder de armoedegrens in de Veenkoloniën is divers. Naast de groep met een uitkering heeft circa een kwart van de armen een inkomen uit loondienst of als zzp'er (Edzes et al. 2019). Arme ouders hebben in het gebied vijf keer vaker arme kinderen dan niet arme ouders, wat duidt op generatiearmoede (CMO STAMM & RuG, 2019). In tegenstelling tot de grote steden komt armoede in dit gebied vooral onder de groep autochtone inwoners voor. De belangrijkste oorzaak daarvan is dat er weinig (niet-)westerse minderheden in de Veenkoloniën wonen. De hardnekkige armoede in het gebied was in 2017 de aanleiding een breed offensief te starten om generatiearmoede beter te doorgronden en bestrijden. Verenigd in de Alliantie van Kracht hebben organisaties als de Tinten welzijnsorganisatie, GGD en ggz, woningbouwcorporaties en zorginstellingen samen met de lokale en regionale overheden de handen ineengeslagen. Parallel aan dit initiatief is de Rijksuniversiteit Groningen gestart met een onderzoek naar intergenerationele armoede, gefinancierd door de provincies Groningen en Drenthe. In de verkenning naar schuldenproblematiek zijn eerst de relaties tussen persoonlijke en huishoudkenmerken en schulden onderzocht. Daarna hebben we gekeken naar generatiearmoede (intergenerationele overdracht) en de invloed van de buurt waar iemand woont (buurteffecten).