Een van de eerste burgemeesters die ik in mijn leven zag, was de burgemeester in de tv-serie Swiebertje. Hij was zeker niet mijn inspirerende voorbeeld voor mijn tienjarige loopbaan als burgemeester. In mijn herinnering droeg hij altijd een ketting.Swiebertje.
Een van de eerste burgemeesters die ik in mijn leven zag, was de burgemeester in de tv-serie Swiebertje. Hij was zeker niet mijn inspirerende voorbeeld voor mijn tienjarige loopbaan als burgemeester. In mijn herinnering droeg hij altijd een ketting. Dat doe ik bij uitzondering. Hij flirt met zijn huishoudster Saartje. Dat is niet mijn gewoonte. Maar interessanter is zijn houding ten opzichte van Swiebertje. Voor de jongere lezers: Swiebertje is een soort zwerver, die maar wat graag bij Saartje binnenloopt voor een bakje koffie. Daar is hij altijd vrolijk, tot groot plezier van de deftige burgemeester en Saartje. Als hij iets te ondeugend wordt, roept veldwachter Bromsnor hem tot de orde. Probleem opgelost.
Schrijnend
Tegenwoordig ziet de wereld van de zwervers er wel iets anders uit. Niks vrolijkheid, ‘bakjen koffie, juffrouw Saartje’, of grapjes met de burgemeester. In Lissabon is het beeld schrijnend. De jongste dochter gaat daar een half jaar studeren, en wij brengen haar weg. In iedere straat komen we ze tegen: bedelaars, vals spelende muzikanten, dronken zwervers, slapende mannen in grote dozen. Ik reageer meer als vader dan als burgemeester: ‘Kijk je wel uit lieverd, en ’s avonds altijd een taxi nemen, ik betaal wel.’ Maar mijn tweede reactie is meer bestuurlijk: hoe is toch in godsnaam mogelijk dat in zo’n prachtige stad tegelijk ook zoveel ellende is? Dochter Renske loopt er nu achteloos langs, haar hoofd bij zaken waar meiden van twintig aan denken.