Door: Henrike Rutten Senior Consulent MEE Zuid-Limburg
In deze week van Lezen en Schrijven neem ik even een momentje om stil te staan bij wat taal voor mij betekent. Taal is voor mij iets vanzelfsprekends. Woorden vloeien als vanzelf uit mijn mond. Het schrijven van mails en notities is dagelijkse kost. Datzelfde geldt ook voor het lezen van beleidsstukken en onderzoeken. En in mijn vrije tijd vind ik het heerlijk om te ontspannen met een goed boek.
We gebruiken taal iedere dag bij alles wat we doen. Vaak zonder erover na te denken. Daarin zit de veronderstelling verborgen dat de ander ons wel begrijpt. Als we met elkaar in gesprek zijn, kunnen we snel corrigeren en aanvullen als duidelijk is dat de ander iets niet begrijpt. Bij geschreven taal is dat een ander verhaal.
Hoe ingewikkeld taal kan zijn, ervaar ik steeds weer als ik een meeleesgroep coach. Een meeleesgroep is een groep burgers met een diverse achtergrond. Dat zijn bijvoorbeeld taalambassadeurs van Stichting ABC, mensen met een licht verstandelijk beperking of een niet aangeboren hersenletsel en mensen voor wie Nederlands niet hun moedertaal is. Voor hen is taal veel minder vanzelfsprekend. Of misschien moet ik zeggen begrijpelijke taal. Een meeleesgroep leest brieven en teksten van een gemeente of andere instantie en geeft tops en tips. Doel is om de begrijpelijkheid van informatie te verbeteren, zodat meer mensen na het lezen van informatie weten wat van hen verwacht wordt. Ruim 2,5 miljoen Nederlanders tussen de 16 en 65 jaar zijn immers laaggeletterd en hebben moeite met lezen en schrijven.
Het is elke keer weer boeiend om te ervaren wat tekst met mensen doet. Hoe groot het verschil kan zijn tussen de bedoeling van de schrijver en de interpretatie van de lezer. We lezen de teksten altijd ter plekke samen. Ik krijg ze van tevoren ter voorbereiding. Vaak zie ik hoe hard de schrijver gewerkt heeft om tekst begrijpelijk en aantrekkelijk te maken. Goed gedaan! Daar kan de meeleesgroep snel doorheen, denk ik dan. Keer op keer loopt het dan toch anders dan verwacht. Dan lezen de meelezers hele andere dingen dan ik. Wonderlijk. Boeiend. Hoe kan het dat ik daar overheen lees?
Het gaat niet alleen over moeilijke woorden of lange zinnen. Het gaat vooral over wat het doel is van een tekst? Wat is de boodschap? Wat is de context? Wat verwacht de schrijver van de lezer?
Opvallend hoeveel woorden we gebruiken die niets zeggen of niets toevoegen. Hoe vaak er sprake is van een onlogische opbouw, plaatjes die niks toevoegen of onduidelijk zijn en kleine lettertjes. Blijkbaar is het vanzelfsprekend om meer aandacht te besteden aan de verpakking dan aan de boodschap.
Dan realiseer ik me weer dat mijn rugzak een hele andere is dan die van de meelezers. Hoe belangrijk ervaring en context zijn. Hoeveel informatie ik zelf onbewust aan een tekst toevoeg. Hoeveel ik denk te begrijpen op basis van veronderstellingen en aannames en dat veel wollig taalgebruik voor mij vanzelfsprekend is. Of dat het vanzelfsprekend is om daar doorheen te lezen. Maar dat is niet vanzelfsprekend voor iedereen. Wat een verrijking dat de meeleesgroepen in mijn leven zijn gekomen. Wat een mooi en leuk leerproces. Steeds opnieuw bewust worden van mijn eigen aannames als het om taal gaat. Stapje voor stapje leer ik bij. Het is nog een lange weg om begrijpelijke informatie vanzelfsprekend te maken. Maar wat fantastisch om daar samen met de meeleesgroepen een bijdrage aan te leveren.
Meeleesgroepen
Op dit moment zijn er actieve meeleesgroepen bij de gemeente Heerlen, gemeente Landgraaf, gemeente Sittard-Geleen en gemeente Stein. De gemeente is opdrachtgever. De groepen bestaan uit 6-10 deelnemers. De groepen komen 2-7x per jaar bij elkaar. Per bijeenkomst worden gemiddeld 2 teksten/brieven gelezen. MEE Zuid-Limburg werft in samenwerking met de opdrachtgever deelnemers via de cliëntondersteuners van MEE en diverse contacten in de gemeente en regio. Het streven is om met name burgers uit de eigen gemeente in te zetten. MEE Zuid-Limburg coacht de meeleesgroep, organiseert de bijeenkomsten en heeft daarnaast ook zijn eigen interne meeleesgroep.