Door: Eric van Oosterhout, burgemeester van Emmen
Van kinds af aan ben ik een groot supporter van Feyenoord. Dat leverde mooie gesprekken op met fans van die club uit Amsterdam. Zo nu en dan paste ons enige bescheidenheid, gelet op de magere prestaties in De Kuip. Maar op andere momenten konden we weer met de borst vooruit lopen. In deze tijden durfe ik mijn Ajax-vrienden weer te bellen met de vraag hoeveel hun club nu weer had verloren.
Het zijn de bekende onschuldige grappen over en weer. Er is één ding zeker: we zullen het nooit eens worden. Iedereen draagt zijn shirtje en steunt zijn club in goede en slechte tijden.
Buiten de voetbalwereld ligt het een stuk gecompliceerder. Bij veel politieke vraagstukken kan je geen duidelijke voor- of tegen houding aannemen. Daarvoor is de zaak te complex. Wellicht is het in het geval van de oorlog in Oekraïne makkelijker een kant te kiezen. Behalve een enkele partij, is er een overgrote meerderheid in het parlement en het land die het gedrag van Poetin en consorten volledig verwerpt. Een militaire invasie van een soevereine staat is onder geen enkel beding te rechtvaardigen.
Maar in de strijd tussen Israël en Palestina wordt het al een stuk ingewikkelder. Natuurlijk, is de nu al historische barbaarse 7 oktober-invasie van de Palestijnen op geen enkele manier te verdedigen. Daar past alleen maar afschuw en veroordeling bij. De vraag is of de reactie van Israël niet eenzelfde reactie oproept. Hier lijkt aan elke vorm van zelfverdediging voorbij te worden gegaan. Er wordt voor gekozen voor een aanvalsvorm die dicht bij het doel van de totale vernietiging van de Palestijnse aartsvijand komt. Zelfverdediging wordt vertaald in vormen van wraak en vergelding.
Dat leidt ook in Nederland tot een tweespalt, die tot uiting komt in vele gedaanten. Aan de ene kant staan de mensen die onvoorwaardelijk achter Israël blijven staan. Gedreven door de nasleep van de Holocaust wordt een legitimatie gevonden voor elke denkbare Israëlische actie. De Palestijnen hebben erom gevraagd. En een al te slappe reactie is geen optie. Zorgelijk dat de winnaar van de laatste verkiezingen in dit geval zijn eenzijdige invalshoek kiest.
Aan de andere kant zien we demonstraties waarbij enkel en alleen met Palestijnse vlaggen wordt gezwaaid. De beruchte slogan “from the river to the sea” galmt uit vele kelen van mensen, die amper de diepere betekenis van deze slogan kennen. Nu zal niet iedere demonstrant uit zijn op de vernietiging van Israël, maar erg verbindend klinken dit soort teksten niet.
Bij een bezoek aan een van mijn dochters in Amsterdam belandde ik midden in een demonstratie tussen de twee kampen. Nu ben ik niet zo bang uitgevallen, maar de sfeer was ernaar om een veiliger weg achterlangs de beide groepen te kiezen.
En in een veel rustigere setting bemerkte ik ook ineens de oplaaiende agressie tussen de kampen. Op een leuk feest van het plaatselijke Mbo-college, begon een meisje van hooguit een jaar of 15 op het podium ineens met een Palestijnse vlag te zwaaien, met het uitslaan van allerlei ongetwijfeld pro-Palestina teksten.
Elke avond zitten we bedroefd te kijken naar de gevolgen van dit langslepende conflict. De familieleden van de Joodse gijzelaars lopen in een droevige kilometerlange om aandacht te vragen voor het lot van hun onbereikbare geliefden. Aan de andere kant van de grens zien we dagelijks de smeulende puinhopen van de zoveelste raketaanval van de Israëli’s op scholen, ziekenhuizen en dorpen.
Zelfs de grootste optimisten zien het somber in. De oorlog tussen Israël en Palestina is ver van een bemiddeling. Daarvoor ontbreken de meest essentiële voorwaarden. De polarisatie is tot zulke onblusbare temperaturen opgelaaid, dat vernietiging dichterbij lijkt dan verzoening. Er wordt aan weerskanten brandstof getankt voor vurige jarenlange haatgevoelens, die elk moment olie op het vuur kunnen gooien.
Toch zal het op de een of andere manier richting een soort van adempauze moeten komen. Elke vorm van polarisatie kent een punt waarop zelfs het meest gespannen koord knapt.
Als burgemeesters zijn we vooral getraind in het bouwen van bruggen, het overbruggen van tegenstellingen. Filosoof Bart Brandsma biedt een ander kader. Hij concentreert zich op het ‘stille midden’: “Zolang het stille midden er is dat weerstand biedt aan wij-zij denken, is er ook ergens in de samenleving rust en vrede. Daarom is het belangrijk juist dat midden te blijven versterken”. Daarbij weerstaat hij de druk om je vooral uit te spreken voor de ene of de andere kant. Dat lijkt te leiden tot een soort van onverschilligheid, maar als je het goed aanpakt, ontstaat er juist ruimte. Je wordt immers niet in het één of het andere kamp getrokken.
Ik vrees dat het conflict in het Midden-Oosten de theorie van Brandsma overvraagt. Maar dichter bij huis biedt het veel meer kansen. We hebben mensen nodig die in dreigende polariserende conflicten het ’stille midden’ op zoeken en zo een uitweg zoeken in een dreigende impasse. Bij voetbal is dat niet zo belangrijk, maar in wat overspannen binnenlandse politieke thema’s biedt dat zeker kansen. Of het nu gaat om stikstof of asielzoekers, het stille midden lijkt een goed vertrekpunt voor de oplossing.