Wel of niet resultaatgericht inkopen: voor beide valt veel te zeggen. Na een korte definitie en uitleg van resultaatgericht inkopen geven Niels Uenk en Jan Telgen de argumenten vóór resultaatgericht inkopen. Tim Robbe geeft de tegenargumenten.
De decentralisatie van zorgtaken in het kader van de Wmo 2015, Jeugdwet en Participatiewet heeft als doel om in deze zorg meer op de individuele cliënt toegesneden maatwerk te bieden. Gemeenten kunnen dat doel onder andere bereiken door hun relatie (als opdrachtgever) met aanbieders van deze zorg op een bepaalde manier vorm te geven in de contracten. Dit noemen wij ‘opdrachtgeverschap’. Momenteel kopen gemeenten zorg vooral in op basis van uren zorg van een bepaald niveau. Een opkomend alternatief is het inkopen op basis van resultaat.
Wat is het?
Wat verstaan we onder resultaatgerichte inkoop? Gemeenten gebruiken in het sociale domein verschillende termen voor inkoopbenaderingen van zorg die zich richten op een te bereiken resultaat: prestatiecontracten, resultaatbekostiging, resultaatgerichte inkoop, et cetera. Wij gebruiken de term resultaatgerichte inkoop of resultaatbekostiging voor contracten waarin de te bereiken resultaten centraal staan. Deze contracten laten de wijze waarop zorgorganisaties de resultaten bereiken vrij voor invulling door die zorgorganisaties. Bij resultaatbekostiging kan de vergoeding (tenminste voor een deel) afhankelijk zijn van de mate waarin het resultaat is bereikt via een bonus-malus regeling. Resultaatgerichte inkoop in deze strikte vorm komt in het sociaal domein niet of nauwelijks voor. Veel meer zien we contracten die het te bereiken resultaat definiëren, en hier een vaste vergoeding tegenover stellen.