Inclusief is het sleutelwoord voor de inrichting van de superdiverse samenleving. Maar de praktijk is weerbarstig. Polarisatie, discriminatie en uitsluiting zijn schering en inslag op de werkvloer, in het onderwijs, de gezondheidszorg en in de woonomgeving. Het kabinet heeft een Zespijler benadering gelanceerd. Hoe ziet die eruit? En wat kan het lokale bestuur ermee?
Het kabinet wil het immigratiebeleid toekomstbestendiger maken door voortaan voor een brede integrale benadering te kiezen: de zespijler aanpak.12 Dit artikel gaat over pijler zes: ‘stimuleren integratie en participatie’ en over ‘reguliere immigratie’ van de immigranten die naar Nederland komen met een reguliere verblijfsvergunning voor studie, arbeid of gezinshereniging, of van burgers van de Europese Unie die gebruik maken van vrij verkeer van personen. Dit is de tegenhanger van pijler één. Over reguliere immigratie zegt het kabinet: ‘Reguliere migratie brengt uitdagingen met zich mee, zoals verdringing op de arbeidsmarkt en uitbuiting. Tegelijkertijd heeft immigratie ook een ander gezicht: het kan de Nederlandse (kennis)economie, innovatieve slagkracht en concurrentiepositie versterken door het aantrekken van expats en buitenlandse start ups. Steeds is een goede afweging nodig van de kansen en uitdagingen die immigratie met zich meebrengt.’
Dit beleidskader onderscheidt verschillende groepen. Dat zijn vluchtelingen, asielzoekers, mensen met en zonder verblijfsvergunning, illegaal in Nederland verblijvende mensen (al dan niet gedwongen door de overheid) en mensen die onder een herenigingsregeling vallen. Dit beleidskader legt rechten en plichten aan haar burgers op. Plichten voor immigranten, vluchtelingen en expats zijn de Nederlandse taal op B1 niveau beheersen, inburgeren en voldoen aan de Participatiewet. Het adagium bij het nakomen van deze plichten is: wie blijft, doet mee. Rechten zijn onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, arbeid, vrijwilligerswerk, bijstand, tegengaan van illegale immigratie (zoals mensenhandel), tegengaan van ongelijke beloning van arbeidsparticipatie en een overheid die zorgdraagt voor draagvlak bij Nederlanders voor de pijler 6: integratie en participatie. Nu het aantal banen toeneemt en er nauwelijks gebruik wordt gemaakt van talenten uit de populatie vluchtelingen gaat de voorkeur van sommige gemeenten uit naar eerst werken om daar vervolgens met de hulp van Nederlandse collega’s op het werk de Nederlandse taal te leren. Voorzichtigheid is hierbij geboden, want het Verolme-scheepswerf-syndroom (werken en geen Nederlands leren) moet worden voorkomen.Het door het kabinet voorgestelde beleid valt te typeren als kleurenblind en kleurrijk.