De Nederlandse steden staan voor grote sociaaleconomische vraagstukken. Voor een adequate aanpak is samenwerking noodzakelijk. Tussen beleidsvelden binnen gemeenten maar ook regionaal tussen gemeenten, bedrijfsleven en onderwijsveld. Hoe gaat dat in de praktijk? Wat gaat goed, wat kan beter en welke lessen zijn er te trekken?
De Nederlandse steden staan voor twee grote sociaaleconomische vraagstukken. Het ene draait om de vraag hoe de economie in een regio zich de komende decennia zo kan ontwikkelen dat er sprake is van een significante groei in bedrijvigheid en werkgelegenheid. Het andere draait om de vraag hoe een groeiende en diverser wordende groep werkzoekenden nog werk en inkomen zal kunnen vinden en zal kunnen participeren in de stedelijke samenleving van morgen. Deze vraagstukken, en de oplossingen ervoor, vereisen vormen van samenwerking tussen bestuurders, beleidsmakers en politiek enerzijds en de meest betrokken actoren in bedrijfsleven, onderwijs en onderzoek en het maatschappelijk veld anderzijds. Daarnaast is de samenwerking en verbinding tussen gemeentelijke beleidsafdelingen en tussen gemeenten onderling van belang.
Platform31 heeft samen met de VNG onderzoek gedaan naar de wisselwerking tussen het arbeidsmarktbeleid (SZ), werkgelegenheidsbeleid (EZ) en onderwijsbeleid in een aantal gemeenten en arbeidsmarktregio’s. De praktijkcases hebben betrekking op de gemeenten Ede (FoodValley), Delft (Haaglanden), Goes (Zeeland) en Winterswijk (Achterhoek). In elk van de praktijkcases zijn, na beknopt deskresearch, rond de vijftien face-to-face gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, het onderwijsveld en de overheid, zowel bestuurders als beleidsambtenaren. In dit artikel presenteren we de belangrijkste overkoepelende bevindingen uit de vier praktijkcases.1 We doen ook een aantal suggesties voor beleid en samenwerking.