Het afgelopen decennium is de arbeidsmarkt flink geflexibiliseerd. Maar in hoeverre is dat de wens geweest van werknemers en werkgevers? Wat willen zij eigenlijk als je in hun hart kijkt? En wat hebben deze wensen met conjunctuur, bedrijfsgrootte, sector en generatie te maken? Het Verwey-Jonker Instituut zocht het uit.11
De onderzoekers gingen op zoek naar wensen, verwachtingen en motieven ten aanzien van vast en flexibel werk – van werkgevers én werkenden, al dan niet in spe. Over de eerste groep is uit eerder onderzoek veel meer bekend dan over de tweede. Werkgevers laten zich bij het inhuren van personeel in verschillende contractvormen leiden door verwachte werkvoorraad, die weer gebonden is aan pieken en dalen in een jaar (seizoensgebonden) en fluctuaties in de conjunctuur. Werkgevers laten zich leiden door financiële ruimte, door de behoefte aan kwalitatief hoog, laag of gespecialiseerd personeel en door specifieke tradities in de sectoren en/of de bedrijfscultuur. De (semi-)publieke sector heeft de afgelopen jaren rekening gehouden met bezuinigingen en zet flexibel personeel in om de uitval van personeel vanwege ziekte en verlof op te vangen. De marktsector heeft te maken met de opvang van pieken en dalen in de markt en met een zo efficiënt mogelijke bedrijfsvoering. Dat vertaalt zich in de inzet van zzp’ers en freelancers – in de bouw, kunst en cultuur, ICT –, van payrollers en uitzendkrachten – in de horeca en de schoonmaak –, in de nul-uren contracten in de zorg en de tijdelijke contracten in de wetenschap. De flexibele schil is fors gegroeid: in de periode 2007 tot 2015 van 33 naar 40 procent, mat het CBS. Ook de uitstroom van een tijdelijk contract naar een vast contract is gedaald (Gringhuis en Smits, Sociaal Bestek nr. 3 2016).
Omzeilen
Ook het willen beperken van arbeidsrechtelijke risico’s en het omzeilen van administratieve lasten en handelingen speelt bij de werkgevers een rol. Daarbij gaat het vooral om het vermijden van de verplichtingen van doorbetaling bij ziekte – ‘dat is een groot risico voor bedrijven, ze kunnen je de kop kosten’– en de verschillende onderdelen van de Wet werk en zekerheid (Wwz). Als werkgever heb je geen invloed op de gezondheid van je werknemer, je draait er echter wel voor op als het misgaat. Het risico is niet in te schatten en niet te verzekeren. Als het misgaat moeten veel werkgevers vanwege de cao-afspraken het ziekengeld van vaste werknemers aanvullen tot honderd procent. Voor kleine bedrijven is langdurig ziekteverzuim bedreigend. De werkgevers hebben het gevoel dat ze zowel voor een zieke als voor een nieuwe werknemer moeten betalen.