Veel mensen denken dat de spanningen tussen migrantengroepen en autochtonen alleen maar zullen groeien (Vrooman et al. 2014). Wat kan burgers in een immigratiesamenleving verbinden? De verzorgingsstaat – en de door decentralisaties ontstane verzorgingsstad - zou daar een meer verbindende rol in moeten spelen. Dat betekent vier belangrijke verbindingsopgaven.
Migratie heeft een ander gezicht gekregen. Migranten zijn veel diverser geworden: ze komen uit steeds meer landen, hebben andere motieven (werk of politiek), verschillen in generatie en opleidingsniveau. Polen werken vaak in de Westlandse kas, Indiërs aan de Amsterdamse Zuidas. Steeds vaker blijven migranten maar tijdelijk en zijn ze blijvend gericht op het land van herkomst, mede door mobiele telefonie en internet.
Tegelijkertijd zijn er ook veel mensen – ook in de middenklasse – die immigratie niet wenselijk vinden. Ook door onzekerheden in de ontvangende samenleving, wordt het maken van verbindingen steeds belangrijker en complexer. Hoe zorgen we dat verschillende bevolkingsgroepen zich met elkaar verbonden voelen? Het gaat daarbij niet alleen om verbindingen tussen zogenoemde autochtonen en allochtonen, maar ook tussen migrantengroepen onderling, en vooral tussen nieuwkomers en gevestigden. Veel ‘allochtonen’ zijn immers net zo goed ‘van hier’.
Verbindingen in de verzorgingsstaat |
Direct |
Indirect |
---|---|---|
Burgers onderling |
ontmoeten |
(formele) solidariteit |
Burgers en overheid |
rechten en plichten |
professionele dienstverlening |