Voor lager opgeleiden met een kwetsbare arbeidsmarktpositie is het moeilijk om aan werk te komen en om werk te behouden. Werkgevers kunnen daar wat aan doen door banen te creëren die speciaal voor deze groep zijn bedoeld, baancreatie dus. Zowel de mensen in kwestie als bedrijven hebben er voordeel bij.
Inclusief en sociaal ondernemen staat bij veel bedrijven steeds hoger op de agenda. Sommige kiezen daarbij voor baancreatie, het organiseren van nieuwe, betaalde, niet-gesubsidieerde functies voor deze groep. Ze doen dat om allerlei redenen: bijvoorbeeld om via herverdeling van taken personeelsproblemen op te lossen, maar ook vanuit hun sociale instelling, of omdat een opdrachtgever eisen of wensen heeft op dat vlak. Succesvolle baancreatie geeft een kick, en zorgt dat werkgevers ermee doorgaan. Genoeg redenen om andere werkgevers ermee kennis te laten maken. Dat was ook precies het doel van dit onderzoek, dat het Verwey-Jonker instituut met subsidie van Instituut Gak heeft uitgevoerd bij veertig bedrijven met ervaring met baancreatie.1
Technieken
Er zijn veel verschillende vormen en technieken van baancreatie. Bedrijven organiseren de banen via het terughalen van werk uit het buitenland (reshoring); het overnemen en/of doorontwikkelen van sw-bedrijven; het creëren van nieuw of aangepast werk en door het optreden als makelaar voor het koppelen van nieuw werk aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Er zijn veel verschillende technieken om banen geschikt te maken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (zie kader). De veertig geïnterviewde werkgevers maken meestal niet gebruik van één methode of techniek, maar van een combinatie daarvan. Werkgevers realiseren bijvoorbeeld werkaanpassingen door het werk in stukjes op te knippen, het werkproces te ondersteunen door nieuwe technieken (zoals robots, cobots2) of hulpmiddelen (zoals een aangepast kassasysteem) en door andere aspecten van het werk aan te passen, zoals het productie- of werkproces, de werkinhoud, de instructie (met pictogrammen), de werkplek, het werkritme, het aantal uren en de werkomgeving. Sommige van de geïnterviewde bedrijven zetten (aanvullend) technologie of ict in om banen beschikbaar te maken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt: 'Als een medewerker iets niet goed doet, zijn er verschillende correctieniveaus. Bijvoorbeeld: rood oplichten van bakje als de medewerker iets uit een verkeerd bakje pakt. Of het systeem gaat bijvoorbeeld pas verder naar de volgende instructiestap nadat de medewerker de vorige handeling goed heeft uitgevoerd.'