Zorgverlening, hulp en inkomensondersteuning versoberen en de toekenningsvoorwaarden worden strenger. Aan rechten op voorzieningen zijn plichten verbonden, die streng worden gehandhaafd. Maar hoe zit het eigenlijk met het integer handelen van de professionals bij instellingen en gemeenten? Hoe organiseer je dat zo dat zij de toets die ze opleggen aan hun cliënten, zelf ook doorstaan?
Zorgmedewerkers hebben zeggenschap over de levens van hun cliënten. Cliënten van verschillende zorg- en hulporganisaties, gemeenten en andere instellingen zijn afhankelijk van hun zorgmedewerker en zijn daarmee per definitie kwetsbaar. En waar sprake is van kwetsbaarheid, ligt machtsmisbruik op de loer. Dat is een kant van de medaille.
Het gaat om cruciale zaken voor de cliënt. Soms om brood op de plank. Om zekerheid. Om gezondheid. Cliënten zijn mensen met karakters en gedragingen. Mensen met een verhaal. Vandaar dat de andere kant van de medaille ook zo wezenlijk is: voor een medewerker van de gemeente is het opleggen van een korting aan een cliënt die al in de financiële problemen zit, geen makkelijk besluit. Zorgmedewerkers kunnen gevoelig zijn voor cliëntelisme: een (te) nauwe relatie met de cliënt. Dit zien we bijvoorbeeld in de verslavingszorg en het gevangeniswezen. Medeleven met de cliënt of andere gevoelens kunnen leiden tot niet zakelijke afwegingen in het handelen, ten gunste of juist ten ongunste van de cliënt. Zorgverlening is immers mensenwerk en mensen zijn niet onfeilbaar.