Ik app M., een dakloze jongere, om hem moed in te spreken. Hij heeft de laatste weken enorm veel geduld op moeten brengen. Nu kan het niet meer mis gaan: donderdag krijgt hij de sleutel van zijn eigen kamer. Ik noem hem M., want zijn Marokkaanse eergevoel weerhoudt mij ervan zijn volledige naam op te schrijven. M. slaapt in een auto. Niet zijn eigen auto, maar een auto die hij alleen voor dit doel kan lenen van een vriend.
Ik app M., een dakloze jongere, om hem moed in te spreken. Hij heeft de laatste weken enorm veel geduld op moeten brengen. Nu kan het niet meer mis gaan: donderdag krijgt hij de sleutel van zijn eigen kamer. Ik noem hem M., want zijn Marokkaanse eergevoel weerhoudt mij ervan zijn volledige naam op te schrijven. M. slaapt in een auto. Niet zijn eigen auto, maar een auto die hij alleen voor dit doel kan lenen van een vriend. Toen ik hem eind vorig jaar ontmoette zag ik een jochie van twintig, koud tot op het bot. Een medemens. Hoe kan dit gebeuren, vroeg ik me af. En ook: wat heb ik als allereerste nodig om deze jongen te helpen? Wat zou de overheid moeten bieden in dit soort situaties? Het kan bijna niet simpeler dan dit: een rugzak met basisspullen als slaapzak, toiletartikelen en ondergoed. Of in elk geval een vrij te besteden budget om dit soort zaken snel en zonder gedoe aan te kunnen schaffen. Je voorziet hiermee niet alleen in de eerste behoeften, je maakt er ook de processen menselijk door.
Een dak
Als M. via een omweg een slaapzak heeft gekregen, kunnen we aan de slag om een dak boven zijn hoofd te regelen. Ik bel met de maatschappelijke opvang. ‘Als er al plek zou zijn bij ons, zou ik niet aanraden M. naar ons toe te laten komen. Bij ons zijn ze allemaal verslaafd.’ Dan maar de nachtopvang. ‘U kunt zich in de ochtend aanmelden voor een slaapplaats voor de komende nacht.’ Helaas is het al middag op het moment dat ik bel. Mij bekruipt het gevoel dat ik vaker krijg in dit soort situaties: ik mis een gedeeld besef van urgentie bij mijn gesprekspartners. Ze denken niet mee. Omdat we een middelgrote gemeente zijn, zijn zij het enige vangnet voor dakloze jongeren. Waarom kunnen ze M. niet helpen? Als professional begrijp ik het allemaal wel, maar er zit geen menselijk alternatief achter.