Het doel van het VN Verdrag voor de Rechten van Mensen met een Beperking is een inclusieve samenleving. Geen fysieke, wettelijke en sociale barrières meer voor mensen met een beperking. Wordt het een wereld van verschil? ‘Ja, uiteindelijk wel’, zeggen (ervarings)deskundigen.
Iedereen vindt mensenrechten belangrijk. Maar ze kunnen vanuit verschillende invalshoeken benaderd worden. Enerzijds zijn het objectief ‘alle rechten die door de wet worden gesteld’. Anderzijds is er de subjectieve beleving van de uitwerking van mensenrechten in het leven van mensen. Om de subjectiviteit van inclusie en toegankelijkheid tastbaarder te maken is er na lang lobbyen in 2006 een specifieke uitwerking van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens uit 1948 aangenomen. Dit is het Verdrag voor de Rechten van Mensen met een Beperking (CRPD).1 Sinds 2008 is dit verdrag in Europa van kracht.2 Het verdrag beschrijft het recht op gelijke toegankelijkheid in de samenleving voor iedereen, en motiveert alle soorten barrières, fysiek en sociaal, weg te nemen. Nederland heeft dit verdrag in juni 2016 geratificeerd, wat inhoudt dat Nederland heeft ingestemd om het verdrag daadwerkelijk in praktijk te brengen. Het College voor de Rechten van de Mens is door het rijk aangewezen om de implementatie van het verdrag te monitoren. Zij houden de naleving nauwlettend in de gaten, onder andere door diverse indicatoren die uit onderzoek ontwikkeld zijn. De indicatoren zijn met name gericht op zelfstandig wonen/ deel uit maken van de maatschappij, onderwijs en werk(gelegenheid).3
Op papier
Als het gaat over het VN Verdrag, gaat het vaak over wet- en regelgeving, rechtspraak en verdragsbepalingen. D. Houtzager4 schrijft over de veranderingen die een jaar na ratificatie behaald zijn. Het grootste deel van deze veranderingen zijn op papier gemaakt, zoals het implementatie plan dat geschreven is5 op landelijk niveau en moties voor een bewustwordingscampagne die een beleidsmedewerker (2017) vertelde te hebben ingediend op gemeentelijk niveau. Het is noodzakelijk dat het verdrag vertaald wordt in regels. Maar daarbij is draagvlak in het land van groot belang. Zoals een beleidsmaker tijdens een van de interviews vertelde: ‘We kunnen mooie beleidsstukken aanleveren, maar als ze niet gedragen worden door de bevolking, zullen ze weinig effect hebben.’ De schriftelijke daden moeten zichtbaarder worden in de praktijk. Pulles6 schrijft over bepalingen in het verdrag die ruim geformuleerd zijn, wat doorvoering van beleid tot praktijk lastiger maakt.