Zit je in de financiële stress, dan kun je je minder goed concentreren en minder goed plannen en de juiste keuzes maken. Hoe komt dat en wat kun je er tegen doen? En vooral: hoe kan de uitvoering cliënten helpen ontstressen en juiste keuzes maken? Gea Schonewille, wetenschappelijk medewerker bij het Nibud zocht het uit en past het toe.
'Geld heeft me van jongs af aan al bezig gehouden,' vertelt Gea Schonewille. Ze heeft een achtergrond in de economische psychologie en blikt terug op haar jeugd om deze interesse toe te lichten. En om uit te leggen hoe je vanuit de theorie kan kijken naar verschillende typen mensen en hun omgang met geld, en wat je vanuit die wetenschap kunt doen om hen te helpen om hun gedrag in betere banen te leiden. 'Mijn ouders hadden vroeger een dak- en thuislozenopvang aan huis. We woonden in Friesland, in een grote boerderij met een stuk of acht slaapkamers. En buiten stonden nog vijf blokhutten. Onze gasten, zo noemden we ze, mochten er drie maanden blijven wonen voordat ze weer de maatschappij in gingen. Maar in de praktijk kwam het voor dat mensen veel langer bleven. Nu zou je dit een tussenvoorziening noemen. In al die jaren hebben we heel veel verschillende typen mensen bij ons gehad. Mensen die in de gevangenis hadden gezeten, mensen die waren gescheiden en even bij ons kwamen wonen omdat ze anders geen dak boven hun hoofd hadden, mensen die het nodig hadden om tot rust te komen. Maar ook asielzoekers in afwachting van hun asiel. En al jong zag ik hoe moeilijk het voor sommige mensen is om met geld om te gaan.'
Brugwachter
Aan de hand van de gasten Jan, Bert en Bianca illustreert ze de psychologische effecten van geldgebrek. 'Jan is mijn favoriete gast. Ik denk ook die van mijn vader, want hij heeft twee jaar bij ons gewoond. Jan kan niet goed met geld omgaan. Daarom is mijn vader een soort bewindvoerder voor hem geworden. Net als wij krijgt hij iedere week zakgeld van mijn vader. Wat dezelfde dag wordt uitgegeven in de kroeg en de rest van de week heeft hij dus niets. Dan werkt hij bij mijn vader in de tuin of doet hij andere klusjes en mag hij met ons mee eten.' De tweede gast die symbool staat voor een ander type geldgedrag is Bert. 'Bert is wat jonger dan Jan, hij is begin dertig. Hij heeft vastgezeten voor diefstal. Dat hebben we ook geweten, want hij heeft het slotje van mijn vaders wijnkelder open weten te maken. 's Nachts dronk hij wijn uit de door mijn vader gebottelde flessen. Hij dronk ze voor de helft leeg, vulde het weer aan met water en deed een nieuwe kurk op de fles. Dit ging lang goed. Tot mijn ouders de wijn wel erg waterig vonden. Bert werkt overigens wel, hij werkt als brugwachter in het dorp. Op zijn fiets fietst hij met de boten mee en opent de brug voor ze. En dan hebben we nog Bianca. Eigenlijk een heel gewoon mens, vind ik. Ze is arbeidsongeschikt geraakt en kon haar huur niet meer betalen. Daarom woont ze bij ons. Bianca heeft veel last van geldstress en een kort lontje. Op de dertiende van de maand wordt haar uitkering gestort en dan stormt ze naar de bank om daar al haar geld op te nemen. Dan heeft ze het contant en houdt ze het bij zich en ze bewaakt het streng. Zodat niemand er beslag op kan leggen of er op een andere manier aan kan komen.'