Door het verhogen van de pensioenleeftijd werken mensen langer door. Steeds vaker klinkt de vraag of de gezondheid van mensen dat wel toelaat. Onderzoek laat zien dat de kans op arbeidsongeschiktheid tot nu toe slechts beperkt is toegenomen.
In het afgelopen decennium zijn de regelingen voor vervroegd uittreden afgeschaft en sinds 2013 wordt de pensioenleeftijd stap voor stap verhoogd. De vrees dat veel mensen de nieuwe, hogere pensioenleeftijd niet halen, groeit.1 Als die angst gerechtvaardigd is, dan zouden we dat moeten zien in de ontwikkeling van het aantal arbeidsongeschikte ouderen. De instroom van zestigplussers in de WIA is tussen 2014 en 2016 met 43 procent toegenomen. De angst lijkt dus gerechtvaardigd. Maar om echt te kunnen vaststellen of dat ook zo is, moeten we een uitgebreidere analyse uitvoeren van de achtergrond van de toename.
Analyse
De instroom van oudere werknemers in de WIA wordt vooral bepaald door twee factoren: het aantal oudere werknemers en de instroomkans.2 Als er meer oudere werknemers zijn, dan zal bij een gelijkblijvende instroomkans de instroom van oudere arbeidsongeschikten in gelijke mate toenemen. Figuur 1 toont het effect van het langer doorwerken op het aantal werkenden in de leeftijdscategorie zestigplus.