Het bericht sloeg natuurlijk in als een bom. Uitkeringsgerechtigden maken drie keer zoveel gebruik van psychische zorg als werkenden.

Het bericht sloeg natuurlijk in als een bom. Uitkeringsgerechtigden maken drie keer zoveel gebruik van psychische zorg als werkenden. Mijn eerste reactie: ja, logisch, in de uitkering ‘zitten’ is een stressfactor van jewelste. Overigens ook voor helpers bij formulieren, zoals ik. Daarnet ben ik wederom behoorlijk de weg kwijt geraakt op Werk.nl. Geen mens die je kunt spreken. En iemand aanmelden voor een uitkering is dan nog maar het begin van de bureaucratische ellende. Maar misschien kun je het ook positief zien: de consulenten hebben oog voor de psychische nood van cliënten en weten ze naar de juiste hulp toe te leiden. Zeker gemeenten, die daarvoor nu spin in het web zijn. Er staat meer wetenswaardigs in het artikel.1 Bijvoorbeeld dat psychische problemen de belangrijkste oorzaak zijn van uitval uit de arbeidsmarkt. Ja, denk je dan: werken is voor velen een stressvolle zaak. Zeker voor flexwerkers en voor mensen die er na twee jaar tijdelijk contract weer uitgegooid worden, met dank aan de wet Asscher. Tel bij dit alles nog op het onaanvaardbaar grote verschil in levensverwachting van tenminste zes jaar, tussen mensen met een hoog en mensen met een laag opleidingsniveau. De onderzoekers doen geen uitspraak over causaliteit: dat een laag inkomen kan leiden tot psychische problemen, en andersom. Maar het is wel aannemelijk. Armoede en stress eisen immers een deel van het denkvermogen op, waardoor er minder over is om uit die situatie te komen.
Daarmee zijn we aanbeland bij de hersenwetenschappen die zich in een groeiende populariteit mogen verheugen. Bij pubers is de prefrontale cortex niet volgroeid, dus laat ze aanklooien. Medewerkers van universiteiten pleiten voor twee jaar puberen voor studenten, want hun cortex is ook nog niet je dat. Bij die van Vindicat is misschien de amygdala klein uitgevallen. Professor Buikhuisen werd voor dit soort wetenschap veertig jaar geleden nog van de universiteit verbannen: te weinig oog voor omgevingsfactoren. Nu deze herseninzichten doordringen in het sociaal domein, is het zaak je niet te verliezen in die cortex en achterkwab, meetinstrumenten en computerprogramma’s. Luister naar de cliënt, zijn persoonlijke verhaal, zijn narratief. Vertrek van daaruit op zoek naar de oplossing. Elimineer de stressoren: ‘het systeem’, de formulieren, die ondoorgrondelijk regels en idiote computerprogramma’s met voorgeprogrammeerde antwoorden en opdrachten.