Het wordt steeds normaler dat een schuldeiser een vordering verkoopt. Vaak voor een veel lager bedrag dan de hoogte van de schuld. Dit werkt een onaanvaardbare druk op schuldenaren in de hand. Ecorys verkende de mogelijke gevolgen wanneer schuldenaren het recht krijgen hun verkochte schuld zelf terug te kopen, voor de prijs waarvoor de schuldeiser deze heeft verkocht.
In de documentaire De Schuldmachine vertelt Elyvonne dat zij nog steeds facturen krijgt voor de schoolboeken die zij op haar twaalfde gebruikte op school. Die zijn toen niet betaald door haar moeder en nu krijgt zij de aanmaningen toegestuurd. Elyvonne heeft de schuld niet meer bij de oorspronkelijke schuldeiser, maar bij een incassobureau dat de vordering heeft overgekocht van de boekenleverancier. De boekenleverancier heeft door de verkoop toch nog wat inkomsten uit de oude schuld en kan deze afboeken. Elyvonne wordt ondertussen geconfronteerd met een schuld die al twee keer zo hoog is als oorspronkelijk, en die zij niet eens zelf is aangegaan.
Voorbeelden zoals die van Elyvonne zijn er meer. Eén van de elementen die regelmatig terugkomt in verhalen over situaties waarin schuldenaren worden geconfronteerd met snel stijgende schulden is dat de schuldeiser de vordering heeft verkocht aan een incassobureau. Het lijkt steeds gangbaarder te worden om niet alleen de inning van een vordering uit te besteden, maar om ook het juridisch eigendom van de vordering over te dragen aan een derde. De nieuwe eigenaar betaalt een prijs die een stuk lager ligt dan de oorspronkelijke waarde en hij heeft geen relatie met de klant te onderhouden. Dit is volgens veel mensen die schuldenaren ondersteunen een combinatie die leidt tot onnodige druk op de schuldenaar om te betalen, waarbij regelmatig de administratie onvoldoende op orde is.