In veel gemeenten zijn algemene voorzieningen beschikbaar of worden ze ontwikkeld. Denk aan diensten of activiteiten in de vorm van huishoudelijke hulp. Gemeenten zien dat als een voorliggend passend alternatief, en kennen in principe geen maatwerkvoorziening meer toe. Daar is de burger het niet altijd mee eens. De Rechtbank Gelderland oordeelt.1
De gemeente heeft het beleid gewijzigd: als iemand niet in staat is om de huishoudelijke taken zelf uit voeren, maar wel over het vermogen beschikt om het te regelen2, dan krijgt hij de huishoudelijke hulp als algemene voorziening aangeboden. De omvang daarvan is maximaal 125 uur op jaarbasis, welke in samenspraak met de aanbieder van de huishoudelijke hulp wordt ingevuld. Het nieuwe beleid wordt ook toegepast op personen aan wie eerder een maatwerkvoorziening is toegekend; die wordt in principe stopgezet. Dat gebeurt nadat de gemeente een onderzoek heeft gedaan.
Het onderzoek
De beëindiging van de maatwerkvoorziening gold ook voor de belanghebbende, die voorheen 2,5 uur huishoudelijke hulp per week kreeg. De gemeente stelt vast dat zij in staat is om de regie te voeren over het huishouden en daarom daardoor onder de algemene voorziening valt. Op grond hiervan bestaat er in beginsel geen recht meer op huishoudelijke hulp als maatwerkvoorziening. Tevens vermeldt de gemeente dat er geen wijzigingen in de situatie zijn ten opzichte van het moment waarop de indicatie voor de maatwerkvoorziening is gesteld. Dit terwijl, zo blijkt, belanghebbende tijdens het onderzoek aangeeft dat zij naast de al bestaande beperkingen: