Iedereen aan het werk op een inclusieve arbeidsmarkt. Dat was het doel van de Participatiewet die in 2015 van kracht werd. De sociale werkbedrijven waren tot de introductie van de Participatiewet dé werkgever voor mensen met een beperking. Inmiddels bedienen ze alle doelgroepen van de Participatiewet.
Meer bijstandsgerechtigden en mensen met een beperking aan het werk, liefst in een 'gewone' baan, dat was het doel van de Participatiewet die op 1 januari 2015 van kracht werd. Het streven naar een participatiesamenleving, inclusiviteit, werd ook toegepast op de arbeidsmarkt. Sociale werkbedrijven, exclusief ingericht voor mensen met een Wsw-indicatie vanwege een beperking, leken daar niet in te passen. Nieuwe instroom in de Wsw was vanaf dat moment niet meer mogelijk. Wel werkten bij sociale werkbedrijven toen nog zo'n 100.000 mensen met een Wsw-indicatie in aangepast werk, een stabiele werkomgeving, met begeleiding op maat en een vast contract. En het afschaffen van een voorziening betekende natuurlijk niet dat de doelgroep ook verdween. Wat betekende dit voor de sociale werkbedrijven?
Van Wsw naar PW
Onder de Wsw-medewerkers bevonden zich verschillende groepen. In de eerste plaats ging het om mensen met een beperking die alleen onder aangepaste omstandigheden konden werken. Maar ook werden sociaal en/of economisch 'gehandicapten' opgenomen in de Wsw. Sommigen omdat ze door hun onaangepaste gedrag moeilijk aan een baan bij een reguliere werkgever kwamen. Anderen omdat de reguliere arbeidsmarkt hen te weinig banen bood. Met name in economisch zwakkere regio's was en is (!) het sociale werkbedrijf hierdoor een belangrijke werkgever.