Psychische gezondheid bereik je door écht menselijk contact; niet door nog meer geld naar behandeling en ggz-organisaties te sluizen, maar door de focus te verleggen naar het sociaal domein en te investeren in kleine community's.
De afgelopen eeuwen worden gekenmerkt door de versnelling van verandering. Iedere nieuwe generatie krijgt te maken met een hogere mate van verandering ten opzichte van de vorige. Het resultaat is echter voor iedere generatie hetzelfde: als de verandering te snel gaat, kunnen individuen, groepen en zelfs hele samenlevingen te maken krijgen met een future shock. Het gevolg hiervan is desoriëntatie en een toenemende incom- petentie voor het omgaan met de omgeving. De COVID-19-crisis maakt deze spanning nog maar eens pijnlijk zichtbaar.
Om geen volledige groepen buiten te sluiten, moeten we onze hand uitsteken naar mensen die dreigen af te haken bij onze veranderende maatschappij. De mensen die als eerste last krijgen van de bovengenoemde future shock zijn degenen die al aan de randen van de 'reguliere' samenleving leven, veelal mensen die te kampen hebben met een instabiele psychische gezondheid.
We zien echter dat deze handreiking uitblijft en dat we het goed functioneren van het systeem belangrijker hebben gemaakt dan het goed functioneren van de mens. De mens staat buitenspel en is vaak een gevangene van starre regels, structuren en systemen, en onderverdeling van de leefwereld in silo's. Doorgeschoten professionalisering van deze 'uitgestoken hand' maakt dat we op veel plekken de normale vaardigheden om 'er samen uit te komen' zijn verleerd. We moeten weer gaan werken aan dat 'naoberschap', die samenredzaamheid. En juist daar ligt een cruciale rol voor gemeenten.