Uit cijfers van het CBS blijkt dat in 2014 bijna anderhalf miljoen mensen deel uitmaakten van een huishouden met een laag inkomen. Dat was een stijging van 27 duizend ten opzichte van het jaar daarvoor. Met name het aantal huishoudens dat vier jaar of langer van een inkomen onder de lage-inkomensgrens moest rondkomen in 2015 nam toe tot 221 duizend.1212
Bij zowel het Rijk als bij gemeenten is aandacht voor de armoedeproblematiek. Een belangrijk instrument om armoede tegen te gaan en te verzachten, is de inkomensondersteunende voorziening, zoals bijstand. Ook een gemeentespecifieke voorziening zoals een collectieve zorgverzekering is een belangrijk instrument. Het doel van inkomensondersteunende voorzieningen is het voorkomen dat het inkomen van burgers en huishoudens onder het sociaal minimum terechtkomt. Ze verkleinen daardoor de kans op (langduriger en/of ernstiger) armoede, alsmede de kans op sociale uitsluiting als gevolg van de armoedesituatie. Aan de verwezenlijking van dit doel van inkomensondersteuning wordt afbreuk gedaan wanneer niet iedereen die ervoor in aanmerking komt er (volledig) gebruik van maakt. Diverse onderzoeken, zowel nationaal als internationaal, hebben uitgewezen dat dergelijk ‘niet-gebruik’ structureel voorkomt (Eurofound, 2015; Van Oorschot, 1996; Wildeboer Schut & Hoff, 2007). Uit onderzoeken van de afgelopen jaren is gebleken dat met name gemeentelijke regelingen een relatief hoog niet-gebruik kennen (SEO, 2011).
De Inspectie SZW heeft de wettelijke taak om stelseltoezicht uit te voeren op de kwaliteit en doeltreffendheid van de gemeentelijke uitvoering. De Inspectie heeft, als onderdeel van een groot kwalitatief empirisch onderzoek naar de toegang tot en uitvoering van inkomensondersteunende voorzieningen, een literatuurverkenning uitgevoerd om zicht te krijgen op mogelijke redenen van niet-gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen. Deze verkenning leverde een aantal bevindingen op over het niet-gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen, die de langdurigheid van armoede kunnen verklaren.
Diverse onderzoeken hebben uitgewezen dat ‘niet-gebruik’ structureel voorkomt.