In 2016 heeft de Rekenkamer Wes0t-Brabant met medewerking van het Nibud onderzoek gedaan naar het minimabeleid in de gemeenten Drimmelen, Etten-Leur, Moerdijk en Roosendaal. Hieruit blijkt dat de doeltreffendheid van het Rijksbeleid en het lokale minimabeleid onvoldoende is. Landelijke en lokale inkomensondersteuningen zouden meer op elkaar kunnen worden afgestemd.
In het onderzoek is gekeken wat het effect van inkomensondersteunende regelingen op de financiële positie van huishoudens is. Uniek aan dit onderzoek is dat vier gemeenten – met elk hun eigen minimabeleid – op hetzelfde moment met elkaar konden worden vergeleken. En dat is vergeleken met een situatie waarin er geen enkele vorm van lokale inkomensondersteuning zou zijn, zoals kwijtschelding van de lokale lasten door een gemeente en waterschap, een collectieve zorgverzekering, een schoolkostenregeling en/of een sociale participatieregeling.
Uitgangspunten
Bij de berekeningen maakt het Nibud gebruik van gemiddelde begrotingen. De begroting laat niet zien in hoeverre een individueel huishouden een sluitende begroting heeft, maar in hoeverre een bepaald type huishouden in het algemeen een sluitende begroting heeft.
