Om arbeidsvraag en -aanbod beter bij elkaar te brengen in de vier grootste gemeenten, is een geïntegreerde aanpak van economisch en sociaal beleid ingezet. De bevindingen en lessen uit de tussentijdse evaluatie delen wij in dit artikel.
De vier grootste gemeenten in Nederland (G4) kennen over het algemeen een hogere (jeugd)werkloosheid, een lagere arbeidsparticipatie en een hoger aandeel vroegtijdige schoolverlaters dan het Nederlands gemiddelde. De arbeidsmarkt trekt aan; het aantal vacatures is over de afgelopen jaren sterk gestegen. Desondanks blijft er een groep mensen die niet zo makkelijk aan het werk komt. Hiervoor zijn verschillende redenen:
- Nieuwe competenties: hierbij gaat het bijvoorbeeld om banen gerelateerd aan de energietransitie en het (nieuwe) type competenties dat daarvoor nodig is. Voor een grote groep mensen op de arbeidsmarkt is het moeilijk om aansluiting te vinden in nieuwe beroepen waarbij typen competenties horen waarover zij niet beschikken.
- Polarisatie: de kenniseconomie groeit, maar tegelijkertijd is er weinig aandacht voor beroepen aan de onderkant van de arbeidsmarkt, die wel steeds meer nodig zijn.
- Verouderde opleidingen: opleidingen zijn steeds minder toegerust om te kunnen voldoen aan de - snel veranderende - vraag van bedrijven, nu en in de toekomst.
- Keuze voor opleidingen: veel jongeren kiezen voor opleidingen waarmee de kans op een baan suboptimaal is. Er zijn wel banen beschikbaar voor jongeren, mits ze de juiste opleiding kiezen.
Om het mismatch-probleem op te lossen moeten vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar afgestemd worden, zodat werkgever en (potentiële) werknemer sneller tot elkaar komen.