Er is de afgelopen tijd veel geschreven over zelfredzaamheid.1 Zo zou het kwetsbare mensen vaak ontbreken aan voor zelfredzaamheid benodige competenties en een hulpvaardig netwerk. Onderzoek van BMC en Universiteit Twente in zes gemeenten laat zien dat een groot deel van de daar onderzochte inwoners wel degelijk over deze vormen van draagkracht beschikken.
Bovendien stijgt die draagkracht indien deze centraal staat in vraagverheldering en aanpak, zo blijkt ook uit het onderzoek. Dat betekent niet dat de recente kritiek op het zelfredzaamsheidsdenken geheel ongegrond is. Net als Tonkens en haar collega-onderzoekers zien we dat er in de praktijk maar al te vaak en al te gemakkelijk een beroep gedaan wordt op 'zelfredzaamheid'. Tegelijkertijd zien we echter ook hoe belangrijk het is om in het sociaal domein vanuit het perspectief van de inwoner te werken en zo veel mogelijk zeggenschap bij mensen zelf te leggen.
Oplossend Maar hoe geeft men concreet inhoud aan zo'n aanpak? Hoe kan enerzijds worden voorkomen dat vaardigheden en netwerken van mensen stelselmatig worden overschat? En hoe kan men anderzijds voorkomen dat wordt voorbij gegaan aan wat mensen zelf willen en vaak ook zelf kunnen? Vanuit die vragen zijn BMC en de Universiteit Twente zo'n drie jaar geleden gestart met het zoeken naar een alternatief voor het inmiddels ideologisch geladen begrip 'zelfredzaamheid'. "De kracht van draagkracht" is een onderzoek in de praktijk van sociale professionals.2
In ons onderzoek staat het begrip 'draagkracht' centraal. Dat staat voor het oplossend vermogen van een persoon in relatie zijn socale omgeving. Het begrip 'draaglast' verwijst naar de problemen van iemand in levensdomeinen, zoals dagbesteding, huisvesting of financiën. Deze benadering begint met het stellen van vragen, die in een gesprek van professional en inwoner aan de orde moeten komen. Wat zijn iemands competenties?3 Welk netwerk is er? Welke voorzieningen zijn er in de buurt beschikbaar? Daarnaast wordt ook iemands draagkracht bepaald en bekeken of en hoe van deze competenties, het netwerk en voorzieningen gebruik kan worden gemaakt om de draaglast te verminderen. De winst is dat we in deze benadering beginnen met het stellen van vragen over de individuele situatie van een persoon. Want ieder individu is anders. Het zelfredzaamheidsdenken dat Tonkens en haar collega's regelmatig tegenkomen in de gemeentelijke praktijk, gaat hier al te vaak aan voorbij. We zien hierbij, vooral in het denken van de lokale beleidsmakers, drie valkuilen die een effectieve benutting en versterking van draagkracht door professionals belemmeren.