Hoe ver kan de overheid gaan om van kwetsbare burgers te eisen mee te doen aan de participatiesamenleving? En wat betekent dat voor keuzes van sociaal werkers bij de ondersteuning van deze burgers? Wetenschapper en lector Sociale Integratie Sabrina Keinemans doet er onderzoek naar. 'Met dwang tot participeren maak je kwetsbare mensen niet gelukkig.'
Het mantra van de zogenoemde participatiesamenleving die in 2015 met de kanteling in het sociale domein is gelanceerd kunnen we maar beter bij het grofvuil zetten, als het aan sociaal wetenschapper doctor Sabrina Keinemans ligt. 'Complexe sociale vraagstukken ontstaan mede door de wijze waarop we met elkaar leven en de samenleving hebben ingericht. De retoriek over "zorgen dat", over eigen regie en zelfredzaamheid legt de verantwoordelijkheid voor complexe sociale vraagstukken primair bij individuele burgers en hun netwerken. Dat suggereert dat anderen dan de sociaal werker het probleem wel zullen oppakken. We moeten ons echter realiseren dat inclusie en participatie in deze samenleving niet voor iedereen haalbaar is en evenmin alle sociale vraagstukken oplost. Het vrolijke beeld van de inclusieve samenleving is geen realistisch ideaal', stelt Keinemans, sinds het voorjaar van 2019 lector Sociale Integratie bij de Zuyd Hogeschool in Sittard.
Overlevers
Het participatiebeleid gaat uit van de zogeheten 'kracht van mensen in een kwetsbare positie in de samenleving' en is gebaseerd op de aanname dat meedoen en participeren een passend antwoord vormt op die kwetsbaarheid. Keinemans plaatst daar vraagtekens bij. 'De ruwe en kwetsbare kant van onze samenleving wordt in het huidige participatiebeleid weggemoffeld. In het dagelijkse leven van mensen blijkt het ideaal van participatie in veel gevallen onbereikbaar en zelfs onwenselijk, vooral voor de meest kwetsbare mensen.'