De gemeente Amsterdam telt zo’n veertigduizend bijstandsgerechtigden. Welke vorm van dienstverlening werkt het beste om deze Amsterdammers aan het werk te krijgen en te houden? Wat werkt voor de ene klant in de ene situatie, werkt misschien niet, of zelfs averechts, voor de andere. Neem directe plaatsing naar werk: voor de ene klant kunnen de structuur en de sociale contacten die werk bieden, leiden tot een verbetering van zijn situatie. In andere gevallen, bijvoorbeeld wanneer de klant problematische schulden heeft die de klant volledig opslokken, kan directe plaatsing naar werk een brug te ver zijn.
De gemeente Amsterdam telt zo’n veertigduizend bijstandsgerechtigden. Welke vorm van dienstverlening werkt het beste om deze Amsterdammers aan het werk te krijgen en te houden? Wat werkt voor de ene klant in de ene situatie, werkt misschien niet, of zelfs averechts, voor de andere. Neem directe plaatsing naar werk: voor de ene klant kunnen de structuur en de sociale contacten die werk bieden, leiden tot een verbetering van zijn situatie. In andere gevallen, bijvoorbeeld wanneer de klant problematische schulden heeft die de klant volledig opslokken, kan directe plaatsing naar werk een brug te ver zijn.
De meest zuivere manier om te onderzoeken wat voor wie werkt onder welke omstandigheden, is het uitvoeren van een gerandomiseerd, gecontroleerd experiment waarin elke klantmanager gedurende de onderzoeksperiode een ‘voorgeschreven’ type begeleiding aanbiedt, waarna de resultaten van de verschillende begeleidingstypen met elkaar kunnen worden vergeleken.
Tegelijkertijd zien we dat er veel (ervarings-)kennis aanwezig is bij de professionals in de uitvoering. Deze kennis wordt echter niet altijd geëxpliciteerd en onderling gedeeld. Dat heeft impact op de dienstverlening; wanneer niet alle professionals beschikken over dezelfde kennis, kan het uitmaken welke klantmanager de klant tegenover zich heeft zitten.