Ervaringsonderzoek van Berenschot onder ruim 1.250 werkgevers brengt een fors verschil aan het licht tussen hun verwachtingen en die van overheden. Bijvoorbeeld over functieaanpassing en service van overheden. Maar er zijn ook concrete aanwijzingen dat de doelstelling de beide werelden kan verbinden.
In het kader van de evaluatie van de Participatiewet voert het ministerie van SZW drie ervaringsonderzoeken uit: onder werkgevers, gemeenten en UWV en werkzoekenden. Elk ervaringsonderzoek kent drie metingen, in 2015, 2017 en 2019. De resultaten van de tweede meting zijn onlangs naar de Tweede Kamer gestuurd. Het onderzoek onder werkgevers betreft zowel de gedragingen en keuzes van werkgevers bij het bieden van werk aan mensen met een arbeidsbeperking, als hun ervaringen met overheidsinstrumenten en werkgeversdiensten, van zowel gemeenten als UWV. Het onderzoeksmateriaal bestaat uit een enquête onder ruim 1.250 werkgevers, verdiepende gesprekken onder ruim 40 werkgevers en gesprekken over de beleidsimplicaties met diverse brancheorganisaties.
Stilstaand water?
Een greep uit de hoofdconclusies: ondanks het feit dat de doelstelling van de Banenafspraak door private werkgevers tot op heden keurig behaald is (door publieke werkgevers overigens nog niet), zijn er in de gedragingen, keuzes en ervaringen van werkgevers sinds de invoering van de Participatiewet nog maar weinig veranderingen zichtbaar. De bekendheid met de doelstelling, de mate waarin werkgevers concrete plaatsingsplannen maken of functies aanpassen, en de tevredenheid met instrumenten, zoals loonkostensubsidie of jobcoaching, zijn nauwelijks veranderd.