In Breda wordt veel ondersteuning als algemene voorziening geleverd. Maatschappelijke organisaties ontvangen daarvoor subsidie van de gemeente. Afspraken hierover werden gemaakt onder de noemer ‘Aan Tafel!’: een aanpak waarbij de organisaties zich gezamenlijk buigen over welke activiteiten tegen welke kosten het meeste bijdragen aan de ondersteuning van kwetsbare inwoners.
Als basis voor het verkrijgen van subsidie in het sociale domein publiceerde de gemeente Breda tot een paar jaar terug een zogeheten ‘uitvraag’. Deze gaf een overzicht van, vaak heel concrete, gewenste resultaten voor het daaropvolgende jaar. Deze resultaten waren door de raad in diverse beleidsnota’s vastgesteld. De gemeente stelde subsidiemiddelen beschikbaar voor activiteiten die leiden tot die resultaten. De ‘uitvraag’ zoals hij toen was georganiseerd, leidde tot een veelheid aan subsidieaanvragen van allerlei soorten organisaties. Iedere organisatie die meende dat zijn of haar activiteit zou bijdragen aan een gewenst resultaat, kon een aanvraag indienen. Het was aan de gemeente om te beoordelen welke wel en welke niet voor subsidie in aanmerking kwamen. Deze werkwijze zal veel gemeenten bekend in de oren klinken. Hij wordt nog steeds veelvuldig gehanteerd.
Mint
In Breda vormde rond 2010 een aantal gesubsidieerde maatschappelijke organisaties het netwerk Meedoen en Samenleven. Dit netwerk dreef sterk op het principe dat activiteiten aan effectiviteit winnen als organisaties van elkaar leren en elkaar aanspreken op hun inzet. Vanuit dit netwerk kwam na verloop van tijd de vraag aan de gemeente om hiervoor in het subsidieproces meer ruimte te bieden. Deze oproep werd versterkt door de drie grote decentralisaties (Wmo, jeugd en participatie) die gemeenten voor hun kiezen kregen. Steeds meer kwam druk op het voorliggende veld bij de maatschappelijke organisaties te liggen om vroegtijdig ondersteuning te bieden en daarmee een voortijdig beroep op maatwerkvoorzieningen te voorkomen. Hiermee waren enkele van de belangrijkste ingrediënten ontstaan voor de huidige aanpak in Breda. Het huidige college gebruikte deze als opstap naar de visie ‘Breda Doet, 2016-2018’ en het daarin aangekondigde project ‘Zo doen we het in Breda’. Centraal in de visie staat het zogeheten MINT-principe: maatwerk, integraal, nabij en tijdig. Centraal staat ook het principe dat de gemeente gaat meedenken en meedoen in plaats van bepalen. Breda Doet moet een dynamisch, open proces zijn met veel ruimte voor iedereen die kan en wil bijdragen.