Van pionieren naar borgen in de vroegsignalering

Het projectteam van Vroegsignalering landt in Nederland.
V.l.n.r.: Anja Tijdhof, Jacomijn Kuijper, Marielle Fleuren, Jeanette Schouten en Maria Buur

Voorkomen is beter dan genezen. Deze stelling geldt zeker in de schuldhulpverlening. Dat heeft het vroegsignaleren van schulden de afgelopen vijf jaar wel bewezen. Op maandag 7 juni presenteerde het trekkersteam de resultaten van het programma ‘Vroegsignalering landt in Nederland’.

De landing van vroegsignalering gebeurde stapsgewijs. Eerst in een kopgroep van acht gemeenten onder leiding van de gemeente Nijmegen. Daarna in het programma ‘Vroegsignalering landt in Nederland’. Dit werd een beweging waarin ruim 150 gemeenten actief zijn geworden. Tijdens de bijeenkomst op 7 juni blikte het trekkersteam terug op de leerpunten die in bijeenkomsten zijn opgedaan. Het team droeg vervolgens een bewezen succesvolle aanpak, kennis en ervaring, een monitor en een netwerk van gemeenten en ketenpartners over.

Beweging

Maria Buur van de gemeente Nijmegen was er vroeg bij. ‘Wij zijn in 2016 gestart met het ontwikkelen van een aanpak voor vroegsignalering. Dat was geïnspireerd op ‘Vroeg Eropaf’ in Amsterdam en op VindPlaats Schulden van BKR, een systeem waarin vaste-lasten partners betalingsachterstanden melden. Met woningcorporaties, nutsbedrijven en de zorgverzekeraars zijn we rond de tafel gaan zitten om een aanpak te ontwikkelen om bij beginnende schulden huisbezoeken af te leggen en in het directe contact met de burger hulp aan te bieden’.

Al snel kregen andere gemeenten belangstelling, ook al omdat de NVVK een Leidraad Vroegsignalering uitbracht. ‘Om niet het wiel telkens opnieuw uit te hoeven vinden, zijn we periodiek met een kopgroep van acht gemeenten bij elkaar gekomen om ervaringen te delen. Maar de belangstelling werd zo groot dat we al snel over zijn gegaan op landelijke bijeenkomsten.’ In die tijd startte ook het project Landelijke Uitrol Vroegsignalering van Jan Siebols, projectmanager Vroeg Eropaf. En vervolgens is daar met financiële support van het ministerie van SZW het programma Vroegsignalering landt in Nederland uit ontstaan.

Van onderop

Een echte beweging van onderop dus. Dat was ook het compliment dat Wouter Koolmees, demissionair minister van SZW, aan het programmateam gaf. ‘Het is heel positief dat gemeenten hier zelf het initiatief hebben genomen en ook zelf hebben gevraagd om vroegsignalering in wetgeving mogelijk te maken.’ Zo is in de nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening vroegsignalering een verplichte taak geworden en is de gegevensuitwisseling met de vaste lasten partners geregeld.

Ook voor Koolmees is het logisch dat je bij schulden er snel bij moet zijn om erger te voorkomen. En dat het werkt merkt de gemeente Amsterdam al jaren. Marjolein Moorman, wethouder in Amsterdam: ‘Het gemiddeld schuldenbedrag daalt en dat is echt een effect van er zo vroeg mogelijk bij zijn. Het drastische middel van huisuitzettingen daalt al jaren, lag rond de duizend en ligt nu onder de honderd.’

Een belangrijke succesfactor is volgens Moorman het netwerk dat je opbouwt met lokale partners. Petra Molenaar, wethouder in Nijmegen, onderschrijft dat. ‘Je moet je vaste lasten partners goed kennen om snel te kunnen schakelen. Die hebben we ook nodig om op andere manier mensen te bereiken, bijvoorbeeld met Collectief schuldregelen en de jongerenaanpak’.

Achter de gordijnen

Voor de huisbezoekers is de hamvraag: hoe kom je in gesprek met de inwoner? Wat is het geheim om binnen te komen? Hoe win je het vertrouwen? Voor de consulenten is het erg moeilijk uit te leggen wat nu precies voor ‘de klik’ zorgt. Jennifer Pott, die hulp kreeg van Doras (uitvoerder schuldhulpverlening Amsterdam Noord), kan dat wél. Zij werd tot drie keer toe bezocht door Doras en drie keer verstopte zij zich achter de gordijnen. De kaartjes van Doras gooide ze weg, het zei haar niks.

Toen kwam de deurwaarder met een brief voor ontruiming. Ze googelde Doras, en dat bleek om de hoek te zitten. ‘Ik was heel boos en zat vol schaamte. Ik werd ontvangen, kreeg koffie en kon rustig mijn verhaal doen. Het belangrijkste was: de hulpverlener kwam naast mij zitten en niet tegenover mij. Vanuit gelijkwaardigheid. Toen kreeg ik het idee: er zijn mensen die mij helpen, ik hoef het niet alleen te doen. Als ze me niet goed hadden ontvangen was ik weggelopen’. Haar advies aan gemeenten: blijven proberen, gewoon vaak langskomen. De ervaring van gemeenten is dat mensen soms pas na enige tijd het kaartje tevoorschijn halen en alsnog hulp vragen. Maar dan is er dus wel een zaadje geplant.

Ijsberg

Tijdens de digitale gesprekken ging het vaak over ‘de ijsberg’. Angelique Timmermans, huisbezoeker van de gemeente Nijmegen, herinnert zich nog dat ze een keer twijfelde of het nut had om langs te gaan bij iemand met maar een geringe vaste lasten schuld. Ze is toch gegaan en er bleek een hele wereld van problemen achter die geringe betalingsachterstanden te zitten. Tijdens de landelijke bijeenkomst is ook vaak de discussie of enkelvoudige achterstanden wel prioriteit hebben of alleen de meervoudige meldingen. Maar je weet nooit wat er onder de ijsberg zit. Het is dus eigenlijk én-én.

Uitstraling

Twee vaste lasten partners kwamen ook aan het woord. Interessant in hun verhaal is dat zij door deelname aan vroegsignalering onder andere hun incassoprocessen hebben aangepast en socialer zijn geworden. Waterleverancier Vitens was partner van het eerste uur van Nijmegen. Aanvankelijk moesten ze handmatig de signalen overzetten naar de gemeenten, dat proces gaat nu geautomatiseerd.

Wat daarbij helpt is het Landelijk Convenant Vroegsignalering schulden waarmee gemeenten en signaalpartners op lokaal niveau standaardovereenkomsten kunnen sluiten.

Verder zijn alle brieven herschreven op B1 niveau. En Vitens heeft een incassopartner gezocht met het keurmerk ‘sociale incasso’. Woningcorporatie Portaal heeft zelf dat keurmerk en is daarmee de eerste corporatie. Portaal werkt intensief samen met het wijkteam en de Kredietbank. Daardoor daalt het aantal huisuitzettingen.

Toekomst

Het projectteam met trekkers heeft in korte tijd en bovendien tijdens corona mooie resultaten behaald. Nagenoeg alle gemeenten doen nu aan vroegsignalering, de wet is gewijzigd en er is het Landelijk Convenant waar gemeenten en vaste lasten partners bij aan kunnen sluiten. In sneltreinvaart is een monitor ontwikkeld waarvoor zich nu al 107 gemeenten hebben aangemeld.

Op de community Vroegsignalering helpen gemeenten elkaar en wisselen ze informatie en ervaringen uit. Met een druk op zijn scherm heeft Koolmees deze resultaten symbolisch overdragen. De VNG gaat verder met de hulp aan gemeenten bij de implementatie van vroegsignalering. Divosa neemt de monitor Vroegsignalering voor zijn rekening. Koolmees drukt het projectteam op het hart dat ‘Den Haag’ ook in een nieuwe kabinetsperiode oog zal hebben voor vroegsignalering. Het is een onderwerp dat niet meer is weg te denken.

Ook interessant om te lezen:

Inloggen


Sluit venster