Honderdduizenden mensen meer aan de slag?

Als er niet meer alle dagen gewerkt wordt, sommigen noemen dat pensioen, komt vaak de afstand. En in mijn geval kwam er ook een boek. Een boek over de arbeidsmarkt.

Ik begon dit project met een idee: ik wilde schrijven over hoe arbeidsmarktprojecten kunnen slagen terwijl verreweg de meeste compleet mislukken. Maar ja, er ontwikkelde zich eigenlijk een heel ander boek, alsof je het niet zelf stuurt.

Reis door de instituten

Ineens ging het over een reis door de instituties, SER, STAR, over de politiek, over SZW en UWV, over gemeenten. En het kwartje viel: als het er daar anders aan toe ging dan zouden ook meer arbeidsmarktprojecten slagen. Dan zouden mensen met afstand tot de arbeidsmarkt veel meer kansen krijgen.

En zo kreeg het boek organisch vorm. Het is een reis door de instituten, gezien door de ogen van een zelfbenoemde buitenstaander. Het gat tussen beleid en uitvoering viel me ook al op toen ik zelf nog aan de verschillende tafels zat, maar bij het schrijven van het boek nog veel meer.

In de reflectie kom ik op een set aanbevelingen die, als ze opgevolgd zouden worden, ervoor kunnen zorgen dat veel meer mensen met een achterstandspositie op de arbeidsmarkt alsnog mee kunnen doen. En dan hebben we het niet over tienduizenden, maar over een enkele honderdduizenden mensen, die nu nog aan de kant staan en graag iets bij zouden dragen.

Een kleine blik op die aanbevelingen:

  • Richt je niet op convenanten en intentieverklaringen, verwacht geen wonderen van allerlei stuurgroepen.
  • Verander de centrale financiering van doelgroepprogramma’s, durf de te besparen uitkeringen mee te nemen in de begroting. De ervaringen uit het verleden en gedegen onderzoeken bewijzen dat dat verantwoord is. Investeren in mensen levert op!
  • Verander de subsidievoorwaarden en regelingen niet bij elke nieuwe aanpak. Wat nodig is, is bekend. Kies bij voorkeur voor een forfaitaire loonkostensubsidie.
  • Geef ook budget voor een verantwoorde marketingcampagne bij projecten, houd de aandacht vast.
  • Creëer een bedrijventoets bij nieuwe wetten en regelingen.
  • Stop met geforceerd rouleren van banen op topniveau bij de overheid, houd kennis en ervaring vast.
  • Geef vooral veel meer aandacht aan de uitvoering, verander het beleid en de structuur niet meteen als het (nog) niet loopt, maar kijk eerst of de uitvoerders wel voldoende ruimte hebben gekregen om hun werk goed te doen.
  • Werken moet lonen. Bij goed beleid hoort ook dat de mensen die gaan werken, er ook echt een flinke stap op vooruitgaan. Bij de banenafspraak hebben we zo vaak gezien dat de stap naar werk voor mensen uit de doelgroep verbonden is aan risico’s en financiële onzekerheid. Dat kan je mensen niet aandoen en dat is ook helemaal niet nodig.
  • Voor wie wil en kan werken, is er hoop op goed werk. Dat laat de banenafspraak zien. Op het moment van schrijven werken er al 90.000 mensen –die altijd achter aan de rij stonden– in het bedrijfsleven en in de publieke sector.

    Hoop is mooi, vertrouwen is beter. Zelfs in tijden van werkloosheid is gebleken dat voor die ene mens, op het oog kansloos, maar in de praktijk een waardevolle medewerker, gewoon een goede baan te vinden is. Voor niemand is de hoop verloren,

    daar heb ik vertrouwen in.

    *Aart van der Gaag was directeur van een Gewestelijk ArbeidsBureau en bij zowel een maatschappelijk (Start) als een beursgenoteerd (Vedior) uitzendbureau. Ook was hij directeur en voorzitter van koepelvereniging ABU. De afgelopen tien jaar was hij actief als banenafspraakboegbeeld namens VNO-NCW en MKB Nederland, een rol die hij ook enkele jaren vervulde namens meerdere ministeries.Het boek ‘Zonder werk vaart niemand wel?’ is hier te bestellen via de uitgever, een sociale onderneming.

    Ook interessant om te lezen:

    Er zijn geen berichten gevonden

    Inloggen


    Sluit venster