De Banenafspraak laat iedere dag weer zien hoe groepen mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt naar werk begeleid kunnen worden. Inmiddels is het al met 66.000 mensen gelukt. Dit smaakt naar meer en uitbreiding van de afspraak is het recept voor succes. Aart van der Gaag legt uit waarom en geeft aan hoe.
De miljarden vliegen in het rond. Het kabinet compenseert het bedrijfsleven voor de coronaperikelen. Er worden miljoenen mondkapjes aangeschaft, die nooit gebruikt zullen worden en we blijven optimistisch: de schatkist kan het lijden. De economie draait als een tierelier.
Penny - pound
Wat een verschil met de crisisjaren 2008-2014. Bezuinigen was toen het motto. Dat gebeurde dan ook. We bezuinigden ons steeds verder de crisis in. Pennywise poundfoolish kunnen we bijvoorbeeld de manier wel noemen waarop er is omgegaan met de sociale werkplaatsen. De deuren gingen dicht voor nieuwe instroom. De Banenafspraak werd al opgezadeld met een hypotheek nog voor hij goed en wel begonnen was. De poorten naar de SW werden gesloten. Er werd bezuinigd op dienstverlening aan werkzoekenden.
Waarom is er niet gekozen voor een banenafspraak met daarnaast een zekere mate van SW-toegang voor die mensen waarvoor de stap naar de ‘reguliere arbeidsmarkt’ net te groot is?
Nou, men vond het te duur. Tegenwoordig mogen kosten misschien geen gangbaar sentiment meer zijn als het erom gaat keuzes van de overheid te rechtvaardigen. Maar toen, we praten een slordige tien jaar geleden, nog wel. De bezuiniging moest en zou ingeboekt worden. De penny’s waren belangrijker dan de pounds. Want weet u wat echt duur is? Mensen thuis op de bank laten zitten en een uitkering geven.
Menselijk kapitaal
Zodra mensen aan het werk zijn (even ervan uitgaande dat ze er financieel op vooruit gaan door aan de slag te gaan) ontstaat er iets moois. Mensen worden gelukkiger, leven gezonder, kunnen hun schulden afbetalen, betalen belasting en en zijn minder vatbaar voor bijvoorbeeld criminele verleiding. Dit is een hele korte samenvatting, maar het scp heeft er een heel rapport over geschreven. Het kost de samenleving geld (economisch kapitaal) om mensen aan de zijlijn te laten staan. Dat het menselijk kapitaal kost, behoeft verder geen betoog, maar zou op zichzelf al reden genoeg zijn om in te zetten op een strategie die mensen aan werk helpt en werkgevers aan medewerkers.
En die strategie hoeven we niet op de tekentafel te bedenken. De contouren zijn bekend: zet de bekende Banenafspraak, 125.000 banen voor mensen met een beperking voor 2026, om in een een 250.000 banenplan. De Banenafspraak heeft laten zien dat het, ondanks de ontzettend bureaucratische manier waarop de ondersteuning georganiseerd is, mogelijk is om grote groepen mensen uit een ogenschijnlijk kansloze positie naar de arbeidsmarkt te brengen. Op dit moment gaan er ruim 66.000 mensen weer naar hun werk toe. Een ongekend succes.
Wat stellen we nu eigenlijk voor?
Breid de doelgroep van de afspraak uit naar alle groepen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hanteer niet de kunstmatige, scherp getekende lijntjes van de oorspronkelijke banenafspraak, maar neem de definities van het VN0-verdrag Handicap als uitgangspunt en kijk ook naar een groot deel van de WIA-populatie, statushouders die niet aan de bak komen en bijvoorbeeld mensen die lang in de bijstand hebben gezeten.
Daarmee verdwijnt het onterechte onderscheid tussen iemand die voor zijn 20e verjaardag een indicatie kreeg en wel meetelt en degene die precies dezelfde ziekte op latere leeftijd opliep en niet meetelde. Concurrentie tussen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt wordt zo beperkt en alle mensen die belemmeringen ondervinden om aan de slag te gaan, krijgen meer kans.
We weten ondertussen wat werkt in het instrumentarium: in - of externe jobcoaching, no-risk regelingen rond ziekte en eenduidige loonkostensubsidies. Kijk je mij in mijn hart, dan zou ik daar nog wat forse vereenvoudigingen aan toe willen voegen. Geef iedereen een loonwaarde van 50%. Dan ben je meteen af van kostenverslindende procedures en dure specialisten, die de productiviteit van een medewerker op een goudschaaltje wegen.
Kansen
En een no-risk aanpak is niet alleen een goed idee bij ziekte, maar ook bij andere risico's. Het is toch echt een beetje lullig voor een ondernemer, die met hart en ziel probeert om mensen in zijn bedrijf te integreren en als, bij nader inzien blijkt dat de match niet geslaagd is, als beloning een ontslagvergoeding mag betalen. Belangrijker nog dan dat het lullig is, werkt deze dreiging als een belemmering voor veel werkgevers om kansen te bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Het heeft de staat niet heel veel gekost om de 66.000 mensen in het kader van de Banenafspraak aan het werk te helpen. Dat is heel eenvoudig uit te rekenen. Trek van dit bedrag nog de besparingen aan bijkomende maatschappelijke kosten (uitkering, zorg) af en er blijft alleen maar winst over. En dan heb ik het begrip arbeidsmarktkrapte nog niet eens benoemd!
Het is tijd om de regelingen uit te breiden, inclusie makkelijker te maken en te investeren in een grote groep mensen. Dit vraagt geen ingewikkelde wetswijziging, niet eens verregaande beleidskeuzes, wel gezond verstand en een visie op een maatschappij waarin iedereen mee kan doen. Ik praat over investeringen die renderen. En, ter herinnering, investeren in de arbeidsmarkt is altijd beter dan compenseren. En zo kunnen we veel uitgaven van de overheid in coronatijd toch wel typeren.
Aart van der Gaag is boegbeeld en inspirator van de projecten ‘Op naar de 100.000 banen’ & ‘Op naar de 25.000 banen’, initiatieven van werkgeversorganisaties en ministeries om werkgevers te enthousiasmeren rond de Banenafspraak. Van der Gaag is al zijn hele leven betrokken bij de onderkant van de arbeidsmarkt. Na een studie bedrijfseconomie was hij onder meer werkzaam bij de voorganger van CEDRIS, directeur van het Arbeidsbureau Utrecht en van Start Uitzendbureau, een tripartite stichting met als doel mensen zonder werk via uitzenden naar een (vaste) baan te brengen. Daarnaast werkte hij ook voor de commerciële uitzendwereld in diverse directiebanen.