Wat helpt je bij het vinden van werk: verplichtingen, leerdoelen, of autonomie?

Door: Marloes Lammers, Suzanne Lagerveld en Sabine Knook, kennisadviseurs bij UWV

Verplicht solliciteren, werkt dat eigenlijk wel?

Als je een WW-uitkering hebt, dan moet je wettelijk aan bepaalde verplichtingen voldoen. Zoals de inspanningsplicht: dat houdt in dat je voldoende je best moet doen om werk te vinden. Het UWV beoordeelt of de inspanningen van een WW-gerechtigde voldoende zijn. Hierbij hanteert het UWV in principe een ondergrens van vier sollicitatieactiviteiten per vier weken: de sollicitatieplicht. Deze ‘4x4’-eis is inmiddels een begrip binnen de WW. Iedereen die een WW-uitkering krijgt moet voldoen aan die 4x4-verplichting, tenzij er een vrijstelling of ontheffing is gegeven door de adviseur werk.

Adviseurs werk van het UWV geven aan dat zij de huidige sollicitatieplicht niet altijd zinvol vinden. Bijvoorbeeld voor (oude) WW-gerechtigden met een lage kans op werk, WW-gerechtigden die nog niet ‘werkfit’ zijn voor WW-gerechtigden die al een baan in het vooruitzicht hebben. Waarom zouden zij verplicht moeten solliciteren? Bovendien is de huidige ‘4x4’ vooral gericht op het aantal sollicitatieactiviteiten, terwijl juist ook de kwaliteit van de sollicitatieactiviteiten ertoe doet. Tot slot werkt zo’n opgelegde plicht niet per se motiverend. Persoonlijke begeleiding en kijken welke afspraken daarbij helpen, levert misschien wel meer op.

Of en hoe een sollicitatieplicht bijdraagt aan meer mensen die werk vinden, weten we niet precies. Daarom onderzoeken het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het UWV of de huidige ‘4x4’ wel de beste manier is om de inspanningsplicht vorm te geven. De inzichten uit het onderzoek kunnen we gebruiken bij het inrichten van nieuw beleid én de dienstverlening van het UWV. Met als doel om mensen sneller en duurzaam uit de WW te helpen.

Een grootschalig onderzoek onder meer dan 100.000 WW-gerechtigden vanaf 2025

Aan het onderzoek doen ruim 100.000 WW-gerechtigden mee. Mensen die vanaf 2025 instromen in de WW krijgen te maken met één van drie varianten van de inspanningsplicht:

1. Status Quo (huidige werkwijze)

De standaard verplichting van vier sollicitatieactiviteiten per vier weken en de handhaving hierop. Elke WW-gerechtigde moet in principe iedere vier weken sollicitatieactiviteiten doorgeven in een geautomatiseerd systeem. Heb je een relatief lage kans om snel weer werk te vinden? Dan krijg je binnen twee maanden na start van de WW-uitkering een persoonlijk gesprek met de adviseur werk van UWV. Anders kan het wel zes maanden duren voordat je een eerste gesprek hebt. Aannemen van passend werk en verschijnen op gesprekken met de adviseur werk zijn verplicht;

2. Eigen initiatief

Werk zoeken zónder inspanningsplicht. Je mag zelf bepalen hoe vaak en op welke manier je naar werk zoekt, en welk werk je al dan niet aanneemt. Het UWV controleert dus ook niet op de inspanningsplicht. Het UWV blijft wel de reguliere dienstverlening aanbieden. Maar je bent niet verplicht om hier gebruik van te maken. De adviseur stelt zich op als een coach. Hij probeert de WW-gerechtigde intrinsiek te motiveren, zonder enkele dwang of drang;

3. Individuele afspraken

Geen standaard sollicitatieverplichting, maar samen met het UWV individuele afspraken maken over zinvolle sollicitatieactiviteiten. Om deze afspraken te kunnen maken, spreekt het UWV álle WW-gerechtigden binnen twee maanden na start van de WW-uitkering. Het UWV vraagt je om zelf na te denken over wat je zou willen leren en wat je zou helpen bij het zoeken naar werk. Hiervoor maak je een persoonlijk plan. De inspanningsplicht blijft gelden: het UWV checkt de kwaliteit en het aantal sollicitatieactiviteiten uit het persoonlijk plan. De adviseur stelt zich op als coach.

Alle Werkbedrijf-vestigingen van UWV gaan vanaf 2025 aan de slag met dit onderzoek. Iedere vestiging voert de varianten ‘status quo ‘ en ‘eigen initiatief’ uit. Ongeveer één op de drie vestigingen doet daarnaast de variant ‘individuele afspraken’. Deze wordt uitgevoerd door adviseurs werk die specifiek alleen deze variant uitvoeren. Zij krijgen daar een speciale training voor.

Waarop worden de verschillende varianten beoordeeld?

De resultaten die de verschillende varianten opleveren houden we nauwlettend in de gaten. We kijken in ieder geval naar:

  • De inzet van dienstverlening in de verschillende varianten
  • De uitstroom uit de uitkering, naar werk
  • De opbrengsten van de dienstverlening versus de kosten
  • De persoonlijke beleving en het gedrag van cliënten
  • Uitvoerbaarheid voor UWV(-medewerkers)
  • Vanaf september 2024 zijn drie Werkbedrijf-vestigingen al aan de slag met de drie varianten, in de vorm van een pilot. Het doel van de pilot is om eventuele knelpunten op te lossen vóórdat het experiment vanaf 2025 landelijk wordt uitgerold onder een groot aantal WW-gerechtigden.

    Hoe raakt dit UWV-experiment de gemeenten?

    Bij WW-gerechtigden die eerder werkten bij een werkgever die loonkostensubsidie voor hen ontving (hierna: een LKS’er) is de gemeente verantwoordelijk voor de ondersteuning naar werk, en niet het UWV.

    Wanneer het UWV een LKS’er doorverwijst naar de gemeente voor hulp bij re-integratie, dan informeert het UWV de gemeente over de onderzoeksgroep waarin de werkzoekende is ingedeeld.

    Meer weten?

    Om dit experiment mogelijk te kunnen maken was een tijdelijke wetswijziging nodig. Meer informatie hierover is te vinden via: Staatsblad 2024, 130 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl).

    Ook interessant om te lezen:

    Inloggen


    Sluit venster