Vanuit de Koepel Adviesraden Sociaal Domein onderkennen en onderschrijven wij de conclusies in het rapport Burger in Zicht. Ook delen wij - net als de Nationale Ombudsman - de opvatting dat gemeenten maar beperkt gebruik maken van de kennis en kunde van adviesraden. Als landelijke Koepel, vereniging van en voor advies-en cliëntenraden in het sociaal domein, zien we waar het knelt en waar winst te behalen is.
Tijdens trainingen of bijeenkomsten horen wij dikwijls hoe alle actoren strubbelingen ervaren. Adviesraden vertellen ons regelmatig waar hun worstelingen met de gemeente liggen. En andersom vertellen wethouders sociaal domein of hun beleidsmedewerkers ons over de haperende samenwerking met hun advies-en/of cliëntenraad. Van beide kanten is er vaak de wil om samen te werken, maar zijn het onduidelijkheden in het werkproces die voor een stroeve samenwerking zorgen.
De wet verplicht iedere gemeente om inwoners, specifiek cliënten of hun vertegenwoordigers, te betrekken bij de beleidsvorming rond de Wmo, de Jeugdwet en Participatiewet. Hoe de gemeente die betrokkenheid vorm moet geven schrijft de wet slechts in algemene bewoordingen voor, maar vrijwel alle gemeenten hebben hiervoor een advies-of cliëntenraad sociaal domein: een onafhankelijk adviesorgaan dat als doel heeft de leef- en belevingswereld van inwoners - en van cliënten in het bijzonder - binnen te brengen bij de gemeente zodat er een beter beleid wordt gemaakt.
Leden van de adviesraad zijn inwoners uit de gemeente die op persoonlijke titel, op vrijwillige basis, de gemeente onbetaald en onafhankelijk adviseren over de manier waarop het inwonersperspectief, de behoeften en belangen een plek in gemeentebeleid zou moeten krijgen. Voor diverse raden is het een uitdaging om daadwerkelijk een advies vanuit inwonersperspectief op te stellen. Daarnaast signaleren en adviseren verschillende advies- en cliëntenraden ook over de wijze waarop de uitvoering plaatsvindt en welk effect dat heeft op inwoners.
Gemeentelijke verordeningen
Afspraken over de rol en taak van de advies- en cliëntenraden zijn dikwijls uitgewerkt in lokale verordeningen. In de praktijk echter blijken deze verordeningen te algemeen en te summier te zijn om de praktijk goed te laten functioneren. Werk- en samenwerkingsafspraken zijn niet goed uitgewerkt waardoor veel onduidelijk is. Bijvoorbeeld op welke gemeentelijke stukken de adviesraad om advies moet worden gevraagd. Zolang die afspraken ontbreken houden de betrokken ambtenaren in hun werkprocessen onvoldoende rekening met het (tijdig) betrekken van de adviesraad. Of ze vergeten te reageren op een uitgebracht advies waardoor de adviesraad geen idee heeft of en hoe hun advies is benut. Dat is weinig motiverend. Voor alle betrokken beleidsmedewerkers zou helder moeten zijn wanneer en hoe zij de adviesraad raadplegen en hoe de samenwerking er uit ziet. Dit zou een onderdeel moeten zijn van de gemeentelijke werkprocessen.
Ongevraagd advies
Speciale aandacht is nodig voor de schriftelijke ongevraagde adviezen waarover veelal onduidelijke of geen afspraken zijn gemaakt waardoor de afhandeling ervan vaak op zich laat wachten of in zijn geheel niet plaatsvindt. Dat dit de samenwerking tussen adviesraad en gemeente geen goed doet spreekt voor zich.
Op het terrein van de uitvoering zien we dat adviesraden en gemeenten nog zoekende zijn naar de wijze waarop de signaleringsfunctie wordt vormgegeven. Veel adviesraden worstelen met het ophalen, duiden en benutten van signalen. Gemeenten stellen vragen over representativiteit. Veel winst is te behalen in het verzamelen en benutten van signalen door adviesraden enerzijds en door constructieve en open gesprekken over de uitvoering door de gemeente met de adviesraad anderzijds.
Meerwaarde
In onze trainingen, workshops en webinars helpen we adviesraadsleden op weg om hun rol en functie op een goede manier te kunnen invullen. Daarnaast adviseren we wethouders en beleidsmedewerkers sociaal domein en ambtelijk secretarissen om de samenwerking met de adviesraad op zo’n manier in te vullen dat deze voor iedereen van meerwaarde is. Op papier klinkt dat simpel, maar dit is een proces van lange adem.
We zien bijvoorbeeld veel wisselingen in de ambtelijke organisatie en we zien ook dat de positie van de contactambtenaar onvoldoende wordt ingevuld, waardoor deze persoon soms nauwelijks mandaat heeft richting de collega-beleidsmedewerkers. Veel gemeenten beschouwen de rol van de contactambtenaar niet als een aparte functie, terwijl dat volgens ons wel zo zou moeten zijn. Het is bovendien een functie die om een zekere senioriteit vraagt en support nodig heeft vanuit de leiding om rol en taak goed te kunnen uitvoeren.
Sparringpartner
De adviesraad kan echt van toegevoegde waarde zijn en fungeren als een sparringpartner voor de wethouder(s), wanneer leden van de adviesraad actief contact onderhouden met inwoners - met name cliënten - en op basis daarvan hun rol vervullen. Daarnaast dient er een contactambtenaar te zijn met een duidelijke positie en zicht op de dossiers van zijn of haar collega’s. Wanneer adviesraden weten hoe en waar ze informatie moeten ophalen en hoe zij deze moeten interpreteren, zijn ze absoluut van grote meerwaarde voor de gemeente. Op die manier wordt de kloof tussen overheid en burgers niet groter, maar gaan de betrokkenen elkaar beter verstaan. Daarom is een stevige adviesraad nodig, zeker nu er zoveel speelt in het sociaal domein. Als Koepelorganisatie dragen we daar van harte aan bij.
Petra van der Horst, Koepel Adviesraden Sociaal Domein