Rode draad: “Laaggeletterdheid bestrijden met voorschoolse- en volwasseneneducatie”

Iedereen moet de kans krijgen om zich te ontplooien. Dat is niet alleen belangrijk voor jezelf, maar ook voor de samenleving als geheel. Toch krijgen we niet allemaal dezelfde kansen om dat binnen het Nederlandse onderwijssysteem te doen en taal speelt daarin een belangrijke rol. Sommige kinderen beginnen al met een taalachterstand aan basisschool. Anderen realiseren zich pas op latere leeftijd dat ze opgelopen taalachterstanden hebben, en deze graag willen inhalen. Daarom zijn volwasseneducatie en een toegankelijke voor- en vroegschoolse educatie in mijn ogen ook zo ontzettend belangrijk. Dwars door de verschillende rollen die ik in mijn werkzame leven tot nu toe heb vervuld lopen deze twee thema’s er altijd als een rode draad doorheen. Thema’s die eigenlijk zo voor de hand liggen, waar je een lange adem voor moet hebben, maar die zo belangrijk zijn om structureel te regelen.

Foto: Manon van der Zwaal

2,5 miljoen laaggeletterden

Wanneer kinderen een taalachterstand hebben, dan is deze meestal al vroeg opgelopen. Vaak gaat achterstand namelijk van ouder op kind door. Als beide ouders laag opgeleid zijn, hebben kinderen zelfs drie keer zoveel kans om later ook laaggeletterd te worden. Is er dan ook niet voldoende aandacht en tijd voor taal en rekenen op school? Dan halen ze die achterstand niet meer in en worden ze mogelijk de nieuwe generatie laaggeletterden. In Nederland zijn er 2,5 miljoen laaggeletterden en dat aantal groeit helaas nog steeds. Een schrikbarend groot aantal, waar we ons in een rijk land als Nederland nooit bij neer zouden mogen leggen. Maar hoe draaien we die kraan dicht? Hoe zorgen we ervoor dat dat aantal niet stijgt, maar juist daalt?

Een goede start maken

Ik denk in dat kader wel eens terug aan een animatie van Stichting Lezen en Schrijven (waar ik al jaren Toezichthouder ben) over het leven van Lisa. Daarin zie je het beeld van een meisje dat opgroeit met ouders die weinig taalvaardig zijn en haar niet voorlezen. Op school blijft ze lezen en schrijven lastig vinden en wordt er weinig van haar verwacht. Ze rondt met de hakken over de sloot haar opleiding af. Maar als ze, eenmaal aan het werk in de zorg, gevraagd wordt om cliëntenverslagen op de computer in te voeren zorgt dat voor veel stress en uiteindelijk uitval. Zelf vermijdt ze meer en meer om te lezen en zich te ontwikkelen. Als Lisa dan vervolgens zelf een kind krijgt, begint het verhaal van voren af aan.

Om deze problemen bij de wortel aan te pakken, moet je dus zorgen dat die overdracht van laaggeletterdheid van ouder op kind een halt wordt toegeroepen. Hoe doe je dat? Dan kom je dus bij de rode draden uit. Door van de kinderopvang naast een fijne speelplek ook voor- en vroegschoolse opvang aan te bieden met bewezen effectieve educatieve programma’s en te zorgen dat deze toegankelijk en betaalbaar is voor iedereen. Zo zorg je ervoor dat alle kinderen, en juist die kinderen uit gezinnen waar weinig aandacht is voor taalontwikkeling, een goede start kunnen maken. Maar het is ook essentieel dat ouders weten welke rol zij kunnen spelen bij de taal- en schoolontwikkeling van hun minderjarige kind. Dat zij veel praten met en voorlezen aan hun kind. En dat ze ook zelf kunnen en blijven leren. Want als ouders beter leren lezen, schrijven, rekenen en omgaan met de computer, kunnen ze hun kinderen nog beter helpen. Daarom zouden ouders overal in Nederland moeten kunnen werken aan hun basisvaardigheden. En, zoals de SER in 2019 al adviseerde, er zou er in alle gemeenten een goed en bereikbaar aanbod moeten zijn van cursussen voor laaggeletterden.

Geen structurele aandacht

Toch is het helaas niet zo makkelijk als het lijkt. Iedereen vindt het thema laaggeletterdheid belangrijk, maar het heeft geen structurele aandacht. Het strijden voor een geletterde samenleving vereist een lange adem en veel samenwerking tussen verschillende organisaties om hier het verschil in te maken. Het is daarom goed dat er tijdens deze Week van Lezen en Schrijven weer veel aandacht is voor basisvaardigheden in het onderwijs. En dat er weer nieuwe plannen zijn om de kinderopvang educatiever en toegankelijker te maken voor álle ouders. Voor een geletterde samenleving is het namelijk belangrijk zo vroeg mogelijk te investeren in de ontwikkeling van jonge kinderen. En cruciaal dat ook ouders kunnen blijven werken aan hun basisvaardigheden. Zo maken we het voor iedereen mogelijk om zich te kunnen ontplooien en blijft die rode draad gewoon doorlopen.

In de Week van Lezen en Schrijven vraagt Stichting Lezen en Schrijven extra aandacht voor het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid, met tal van organisaties in het land.

Over Mariëtte Hamer

Mariëtte Hamer is per 1 september 2018 voorzitter van de Raad van Toezicht van Stichting Lezen en Schrijven. Sinds 1 april 2022 is zij de Nederlandse regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Van september 2014 tot en met maart 2022 was zij voorzitter van de Sociaal-Economische Raad.

Ook interessant om te lezen:

Er zijn geen berichten gevonden

Inloggen


Sluit venster