Tot en met 2022 kwam er binnen de Banenafspraak 81.117 nieuwe banen bij voor mensen met een arbeidsbeperking. Het bedrijfsleven presteerde goed, de overheid minder en het detacheringsaandeel kelderde. Een analyse en een blik vooruit.
Het klinkt misschien gek, maar het jaar 2022 werd pas op 6 juli afgerond. Toen stuurde minister Schouten een brief naar de Tweede Kamer met de definitieve Banenafspraakcijfers over vorig jaar. Vraag mij trouwens niet waarom dat zo lang moet duren voor de cijfers gepubliceerd worden.
Kwartaalcijfers met Banenafspraak-tussenstanden komen gemiddeld vier maanden na afloop van dat kwartaal uit en de jaarcijfers worden steeds in juli gepubliceerd. De cijfers zullen wel ergens zitten in de blackbox van het ministerie of het UWV.
Maar goed. De cijfers zijn nu definitief bekend. Werkgeversverenigingen VNO-NCW en MKB-Nederland vierden een klein feestje. Voor het achtste jaar op rij werd de cumulatieve doelstelling gehaald. Er zijn nu meer dan 70.000 banen gerealiseerd sinds de start van de Banenafspraak in 2015. Dat is voorwaar een fraaie prestatie van de bedrijven die eraan meedoen. Geen arbeidsmarktproject heeft ooit zo'n trackrecord behaald.
Bij de overheid was de stemming minder. Ze zitten op iets meer dan de helft van hun doelstelling en daalden in 2022 zelfs iets ten opzichte van 2021. In de brief van de minister staan wel heel veel uitvluchten. Zo wordt er verwezen naar SROI en naar ingekochte diensten. Zouden deze aantallen aan overheidszijde meetellen, dan wordt de overheidsprestatie florissanter.
De Banenafspraak gaat echter om zo mogelijk structurele plekken in de hele brede overheidssector, dus inclusief het gehele onderwijs, alle rijksdiensten, gemeenten, provincies etc., etc. Daarom loont het te kijken naar de stijging in vaste aanstellingen. Die bedroeg vorig jaar een slordige 1.700. Ter informatie: bij de Nederlandse overheid werken bijna een miljoen mensen. We hebben het dus slechts over promilles. Toch wil het maar niet lukken.
Uitzenden en detacheren
Bijzonder aan de jaarcijfers is de dramatische teruggang van het aandeel ‘uitzenden en detacheren’ binnen de Banenafspraak. In 2018 waren binnen de Banenafspraak nog bijna 13.000 mensen via een uitzend- of detacheringsconstructie aan het werk. Nu zijn daar nog 1.700 van over.
Oorzaken zijn te vinden in demografische ontwikkelingen (pensioneringen) en uitdiensttredingen bij de Sociale Werkvoorziening. En ook voor de aandacht voor andere groepen (denk bijvoorbeeld aan Oekraïners) bij uitzendbedrijven.
De Sociaal Ontwikkelbedrijven hebben de slag gemist om grotere groepen uit de participatiewet naar de markt via detachering te brengen. Daar zijn veel oorzaken voor.
Soms mochten ze dat niet van hun gemeente omdat de budgetten vaak te laag waren om ze verantwoord in dienst te nemen. Nieuwe wetgeving op de arbeidsmarkt hielp ook al niet, want detachering is soms erg duur geworden.
Maar we moeten vooruitkijken. In eerste instantie naar 1 januari 2026. Dan loopt het ingroeipad van de Banenafspraak af (de overheid krijgt toch evenveel tijd als het bedrijfsleven om de doelen te behalen).
Allereerst mijn statement, op deze plek al eerder gesteld: de Banenafspraak mag nooit aflopen. Je kunt niet zeggen: ‘na 2026 zijn we klaar met het plaatsen van mensen met een arbeidsbeperking’. Je bent nooit klaar. Ik pleit voor een structurele regeling die er wat mij betreft al lang had mogen zijn. De projectfase duurt te lang, maar laten we nu inzetten op een permanente regeling per 1 januari 2026.
Dan moeten er eenvoudige regelingen zijn op het gebied van loonkostensubsidie, jobcoaching en no-risk (verzekering voor doorbetaling bij ziekte), dan is de loonwaarde voor iedereen 50%. Kortom: dan geldt voor iedereen in Nederland hetzelfde beleid. De bestanden zijn transparant en toegankelijk en de WSP’s (WerkgeversServicePunten) adequaat toegerust op de dienstverlening aan alle werkgevers in Nederland.
En het belangrijkste: de doelgroep is uitgebreid tot iedereen die niet zelfstandig aan het werk kan komen. Daarbij hoort een bredere definitie van ‘arbeidshandicap’ en ondersteuning van mensen in de WIA, die het zelf niet redden.
Er is in de afgelopen acht jaar gebleken dat het kan. In de woorden van voormalig VNO-NCW directeur Niek Jan van Kesteren is dit het eerste arbeidsmarktproject sinds de Tweede Wereldoorlog dat lukt. En ondanks de mindere prestaties als geheel laat ook de overheid dat zien; er zijn binnen die overheid namelijk genoeg sectoren die het gewoon wel waarmaken,. Denk aan de gemeenten in hun rol van werkgever, aan provincies en bijvoorbeeld ook de IND en de Belastingdienst. Het wonderlijke is bovendien ook dat binnen sectoren die achterblijven, er soms parels zijn die wel voor veel banen zorgen. Daaruit blijkt dat de Banenafspraak eigenlijk overal kan.
We moeten naar die inclusieve samenleving, naar die inclusieve arbeidsmarkt in het belang van allen die het treft: ons allemaal.
Aart van der Gaag is namens de werkgeversorganisaties boegbeeld en inspirator Banenafspraak