COLUMN Tegenstrijdigheid in ons sociale stelsel

Bijna altijd als het over de bijstand gaat, wordt dat gekoppeld aan ‘werk’. De bijstand is een tijdelijk vangnet, kunnen sommigen niet laten steeds weer te benadrukken. Er zijn er zelfs die bijstandsgerechtigden ‘labbekakken’ noemen, of die stellen dat bijstandsgerechtigden hun vakantiegeld moet worden ontnomen, ‘want ze hebben altijd vakantie’. Deze beelden sluiten aan bij de Engelse term ‘undeserving poor’. Het idee is: je hebt armen die er niets aan kunnen doen dat ze arm zijn, de ‘deserving poor’. En je hebt de anderen, de luie.

Populistische retoriek

Ondanks dat we deze termen niet kennen in het Nederlands, lijkt niet alleen de wat populistische retoriek, maar ook het landelijke bijstandsbeleid gericht op die undeserving poor, die gewoon geen zin hebben om te werken. Het idee is verder dat als de de uitkering maar laag genoeg is men vanzelf wel gaat werken. En dat de niet-willers de spreekwoordelijke schop onder hun achterwerk moeten krijgen.

Niet kúnnen

Maar ons systeem zit zo in elkaar dat ook een heleboel mensen die niet kúnnen werken onder dezelfde Participatiewet vallen. Mensen met handicap of chronische ziekte, die voorheen een Wajong-uitkering kregen, vallen er tegenwoordig ook onder. Door middel van allerlei instrumenten zouden zij toch tot werk of tot participatie gebracht moeten worden.

Politiek gezien

Dit is echter tegenstrijdig. Want op het moment dat je de wet zo maakt dat daar alleen mensen onder vallen die gezond van lijf en leden zijn en (theoretisch) zouden kunnen werken, kun je kiezen voor een beleid dat heel streng is en puur gericht op uitstroom. Daar ben ik het persoonlijk niet mee eens, omdat het miskent dat veel mensen door tegenslagen en omstandigheden niet kunnen werken, en die worden dan ernstig te kort gedaan. Maar politiek gezien heb je dan wel een consistent verhaal.

Slecht verhaal

Maar als de groep - zoals nu in Nederland – ook bestaat uit mensen die niet kunnen werken, dan wordt het wel een erg slecht verhaal. Want je hebt mensen die nooit uit de uitkering zullen komen, die volledig en objectief ‘deserving’ arm zijn, maar die toch op een uiterst schraal minimum worden gehouden.

Afgenomen

Dit geldt net zo zeer voor mensen die werken naast de uitkering. Een flink deel van hen zal nooit meer dan een beperkt aantal uren kunnen werken. Toch wordt ook bij hen na zes maanden het kleine beetje geld dat ze mochten houden van hun bijbaan afgenomen (ingehouden op de uitkering). Want mensen die kunnen werken moeten natuurlijk niet ‘in de uitkering worden gehouden’ – wederom een redenatie die je wellicht op zou kunnen hangen als iedereen gezond van lijf en leden is, maar die nu gewoon niet van toepassing is.

Deugt van geen kant

Ter illustratie wat cijfers uit het onderzoek dat we hier in Nijmegen hebben gedaan naar de Participatiewet. Van onze deelnemers, een gemiddeld genomen ontzettend kansrijke groep binnen de bijstand, heeft acht procent taalproblemen; 35 procent lichamelijke gezondheidsklachten, 28 procent psychische gezondheidsklachten; twintig procent is laag opgeleid (mbo1 of lager). Tel daarbij op dat er lang niet altijd passende vacatures zijn. Een deel van de mensen zit al jaren en jaren in de bijstand en is op leeftijd. Geen werkgever neemt ze aan, ook al schrijven ze honderd sollicitatiebrieven. De schrijnende verhalen daarover veronderstel ik bekend. Dit is heel raar, of iets stelliger: dit deugt van geen kant. Geschreven door Janos Betko, beleidsmedewerker bij de gemeente Nijmegen. 

Ook interessant om te lezen:

Er zijn geen berichten gevonden

Inloggen


Sluit venster