Ik kwam hier op toen ik onlangs de aftrap mocht verzorgen van onze lokale – Bergen op Zoom - inclusieagenda. Met dat programma beogen wij invulling te geven aan het VN-verdrag Handicap. Net als in veel andere gemeenten lopen in Bergen op Zoom al diverse programma’s die je daar met gemak onder kunt scharen. Gehandicaptenbeleid, leeftijdsvriendelijke gemeente, een werkgroep LHBTI, om er enkele te noemen. Met de lokale inclusieagenda willen we meer samenhang brengen in inclusiebeleid. Uiteraard hebben wij als grote werkgever en verantwoordelijke voor de openbare ruimte een belangrijke voorbeeldrol. Maar inclusief samenleven doen we vooral op school, op het werk, bij de vereniging, tijdens evenementen, bij het winkelen. De opgave is dus om inwoners, ondernemers, scholen en verenigingen hier zoveel mogelijk bij te betrekken. Goede voorbeelden delen we, ambassadeurs zetten we in het zonnetje, successen vieren we.
Druk op de wijken
Tot zover is het traject naar de inclusieve samenleving redelijk overzichtelijk. Lastiger wordt het als het gaat over de opgave om mensen met psychiatrische problematiek en/of verslavingsachtergrond te huisvesten in onze wijken. De extramuralisering vanuit de ggz, de lange tijd die nodig is om de transformatie van Beschermd Wonen en begeleiding door te voeren, tegelijkertijd de tekorten binnen het sociaal domein maken de inclusieve samenleving voor deze en andere aandachtsgroepen zeker niet eenvoudiger. Veel druk wordt gelegd op inwoners in wijken waar de sociaal economische status laag is, met bijkomende problemen.
Gat in het gemeentefonds
In dat licht plaats ik mijn twijfels bij de oproep van woningcorporaties om de verhuurdersheffing af te schaffen en de groeiende steun die ik daarvoor waarneem. Hoe sympathiek ik ook sta tegenover het idee dat afschaffing van deze heffing ruimte maakt voor de verduurzaming van het corporatiebezit, toch wil ik hier een nadrukkelijke kanttekening bij plaatsen. De verhuurdersheffing is nu goed voor circa twee miljard euro in de staatskas. Naar verwachting stijgt dit bedrag binnen enkele jaren tot drie miljard. Afschaffen slaat dus een fors gat in de Rijksbegroting en dus ook in het gemeentefonds dat daar rechtstreeks een afgeleide van is. Zomaar afschaffen van de verhuurdersheffing brengt de hoognodige oplossing voor de tekorten in het sociaal domein, waar veel gemeenten onder gebukt gaan, zeker niet dichterbij.
De koek beter verdelen
Hoewel ik niet in de portemonnee kan kijken van alle woningcorporaties, maak ik me vooralsnog geen grote zorgen over de verduurzaming van corporatiewoningen. Dat klinkt misschien raar van een wethouder die ook duurzaamheid in zijn portefeuille heeft. Maar wat ik op dat vlak zie gebeuren stelt me gerust. Bij renovatie en nieuwbouw wordt verduurzaming standaard meegenomen. Natuurlijk kost dat geld. Maar corporaties hebben tot 2050 de tijd om die klus te klaren. Echter, de problemen in het sociaal domein zijn hard en nu. Niet voor niets klinkt de roept vanuit gemeenten dat de koek groter moet. Dat moet hij zeker.
Kies je lobby
Is het niet ironisch dat veel gemeenteraden nu lobbyen voor de portemonnee van de woningcorporaties, terwijl ze zelf kampen met almaar toenemende tekorten in het sociaal domein. Tel daarbij op de grote onzekerheid over de herverdeling van het gemeentefonds in algemene zin en de bekostiging van Wmo en Jeugdwet in het bijzonder. Gemeenteraden doen er naar mijn mening verstandig aan hun energie te richten op de lobby waarvoor de nood het hoogst is. Ja, de koek moet groter en die moeten we vooral zelf op kunnen eten.
Andrew Harijgens is wethouder in Bergen op Zoom. Hij heeft in zijn portefeuille onder meer het sociaal domein, informatiemanagement en ICT-gegevensbeheer en duurzaamheid.