Lezers begrijpen de boodschap beter als informatie in ‘Taal voor allemaal’ staat. En dat gaat verder dan begrijpelijk schrijven. Het is ook samenwerken met de ontvangers van informatie en onderzoeken of zij de informatie begrijpen. Plus een stijl en vorm kiezen die iedereen aanspreekt. Taal voor allemaal blijkt winst voor iedereen.
DOOR Enid Reichrath, Xavier Moonen, Frank Willemsen, Ingrid Nooijens
Er is steeds meer aandacht voor begrijpelijk schrijven bij overheids- en particuliere organisaties. Veel initiatieven beperken zich voornamelijk tot het vermijden of vervangen van moeilijke woorden, het inkorten van zinnen en het gebruiken van een actieve schrijfstijl. Er zijn tal van cursussen waarin je kunt leren begrijpelijk te schrijven, maar lang niet altijd zijn deze gebaseerd op wetenschappelijk gefundeerde kennis. Daarnaast richten deze initiatieven zich maar op een deel van de mensen die kunnen lezen, namelijk op de mensen die op het zogenaamde B1-niveau of hoger kunnen lezen [1]. Er zijn echter minder mensen die op B1 niveau of hoger kunnen lezen dan dat vaak beweerd wordt. En wat veel te weinig gedaan wordt is onderzoeken of een tekst aansluit op de behoefte van lezers en door hen ook écht wordt begrepen.
Iedereen in Nederland heeft het recht om mee te doen, om eigen keuzes te maken: recht op autonomie en regie over eigen handelen. Wie een geïnformeerde keuze wil maken, heeft toegang nodig tot belangrijke informatie. Dit geldt voor zowel de taalvaardige als de minder taalvaardige lezer. Als taal niet aansluit bij de voorkennis en het taalniveau van de lezer, is het lastig om tot echt (diep) begrip te komen [2].