Met de invoering van de Wmo verdween welzijn uit de naam van de wet. Alle aandacht gaat naar zorg. Gelukkig zijn de kansen op welzijn niet verkeken. De Wmo is van de buurt en daar is welzijn in de algemene voorziening buurthuis.
Al een tijd vroeg ik me af waarom ’welzijn’ in de ban is gedaan sinds de invoering van de Wmo. Het is allemaal zorg wat de klok slaat. Maar tegelijkertijd is het zorgparadigma van de verzorgingsstaat verruild voor het activeringsparadigma: ‘iedereen doet mee’. Vertrekpunt daarbij is wat mensen kunnen en niet wat hun beperking is. Dat is een goede zaak, want niemand wil het etiket ‘kwetsbaar mens’ opgeplakt krijgen. Activiteiten op het terrein van welzijn als algemene welzijnsvoorziening passen bij het activeringsparadigma. Ze sluiten aan bij de interesse van mensen, leiden af van zorg, zijn bovendien goedkoper dan maatwerkvoorzieningen en houden mensen langer uit de zorg. De Memorie van toelichting op de Wmo is hier ook duidelijk over. De regering gaat er van uit dat: ‘gemeenten stevig zullen inzetten op het realiseren van algemene voorzieningen en daaraan in hun plan met betrekking tot maatschappelijke ondersteuning ruime aandacht zullen besteden’. In het navolgende ga ik in op hoe welzijn in de buurt er uitziet en waarom een buurthuis een goede plaats is voor welzijn. Ik laat zien dat het initiatief prima van bewoners van onderop kan komen, en hoe de lokale overheid ervoor kan zorgen dat het buurthuis voor iedereen is. Ik sluit af met een concreet voorbeeld.
Buurt
Door de jaren heen is de buurt altijd de constante factor geweest voor welzijn.