Loslaten van regels en procedures, financiële ontschotting en de inzet van een flexibel budget, kan mogelijk zorgen voor meer passende hulp en ondersteuning aan burgers. Wijkcoaches uit Enschede delen hun ervaringen met een experiment met een flexibel budget. Wat zijn de kansen en spanningsvelden? En hoe werken die door in hun handelen?
Wijkteams vervullen een essentiële functie als ‘spin in het web’. In de meeste gemeenten vervullen zij de toegangsfunctie tot (vormen van) zorg en ondersteuning. Zij brengen de ondersteuning dichtbij de inwoner en zijn gericht op passende oplossingen voor vragen rondom werk, jeugdhulp, opvoeden, inkomen en ondersteuning, met ieder hun eigen wettelijk kader (Inclusieve Stad, 2016). In de praktijk leidt verschillende wetgeving (Jeugdwet, Wmo, Participatiewet en Zvw) nog vaak tot aparte budgetten, verordeningen, werkwijzen en inkoopafspraken. Dat maakt het voor wijkteams moeilijk integrale ondersteuningsplannen op te stellen, gebaseerd op maatwerk per inwoner of huishouden. De mogelijkheid voor sociaal werkers om door te pakken, besluiten te nemen en budgetten in te zetten, ontbreekt vaak en de wijze van sturing, financiering en verantwoording is voor een groot deel versnipperd. Bovendien zijn sociaal werkers veel tijd kwijt met uitzoeken hoe alle regelingen werken en deze met elkaar in verband te brengen. Met de inzet van een flexibel budget wordt het accent gelegd op een (gewenste) systeemwijziging om sociaal werkers beter te faciliteren in hun handelen1. Er wordt daarmee geprobeerd om meer maatwerk te kunnen leveren en daarmee de kloof tussen de systeem-, en leefwereld2 te dichten.3 In twee wijken in Enschede wordt sinds januari geëxperimenteerd met een flexibel budget waarbij wijkteams de mogelijkheid krijgen om maatwerkinterventies en daarbij behorende financiering in te zetten. Wijkcoaches hebben ruimte en mandaat om te beslissen over de inzet van het budget. Bij hogere bedragen, complex(ere) interventies, of bij de betrokkenheid van meerdere partijen dienen zij goed te onderbouwen wat er nodig is en aan te geven waarom de inzet vanuit het flexibel budget passend is.
‘Het gaat om een jongeman (30), die graag juist weer wat meer wil gaan doen qua participatie, alleen zijn verrotte gebit staat hem gewoon in de weg. Hij heeft schulden en hij heeft een achterstand bij de zorgverzekering […] dus hij kan ook geen aanvullende verzekering afsluiten. Dat zijn allemaal belemmeringen die ervoor zorgen dat hij niks aan zijn gebit kan laten doen en ik zit er over te denken om dat opknappen van het gebit] vanuit dat flexibel budget te financieren.’ (ID, 13)
Op basis van honderd casussen uit de vijf samenwerkende Citydeal Inclusieve Stad gemeenten is de verwachting dat met de inzet van deze flexibele budgetten dat wijkcoaches effectieve maatwerk oplossingen bieden. Daarnaast is de verwachting dat deze aanpak het kostenbewustzijn bij sociaal werkers verhoogt. (Inclusieve stad, 2016). Met de inzet van het flexibel budget wordt meer ‘manoeuvreerruimte’ gecreëerd voor sociaal werkers. Het is de vraag of en zo ja op welke manier sociaal werkers daar vorm aan (kunnen) geven. In dit artikel gaan we in op de vraag: Welke vraagstukken ervaren wijkcoaches bij de inzet van een flexibel budget ten aanzien van hun handelingswijze? Voor de beantwoording van deze vraag zijn dertien wijkcoaches geïnterviewd en zijn de auteurs aanwezig geweest bij teamoverleggen en casuïstiekbesprekingen.