Het belang van het ondersteunen van mantelzorgers is sinds de decentralisaties groter geworden. Samenhangend ondersteuningsbeleid van gemeenten en zorg- of welzijnsorganisaties gaat uit van de vraag wat mantelzorgers in hun leefsituatie nodig hebben om balans te (blijven) ervaren. Een nieuw model geeft antwoord op deze vraag en tips voor beleidsmakers en (zorg)professionals.
Zorg voor de naaste is te vergelijken met estafettelopen: anderen nemen (tijdig) het stokje over. Zo behoudt de mantelzorger energie, ook voor andere verantwoordelijkheden. Mantelzorg1 is voor sommige mensen een onderdeel van hun leven. Naast het verlenen van mantelzorg, hebben mantelzorgers andere verantwoordelijkheden zoals werk en gezin. Iedereen kan in een mantelzorgsituatie verzeild raken en dus met een zorgsituatie te maken krijgen.
In die zorgsituatie is er sprake van allerlei relaties en verbanden. Een mantelzorger heeft een relatie met de zorgvrager. Daarnaast kunnen familieleden, vrienden of andere sociale relaties betrokken zijn bij de zorgsituatie: direct, omdat zij zelf ook hulp bieden, of indirect, omdat zij ervaren dat de mantelzorger minder tijd voor hen heeft vanwege de mantelzorg. Ook professionele zorgverleners maken mogelijk deel uit van de zorgsituatie. De zorgsituatie kan ook invloed hebben op andere relaties van de mantelzorger: op een werkgever, een docent, clubgenoten van de voetbal of leden van de eigen kerk. Dat is feitelijk het ‘systeem’ van de mantelzorger: zijn of haar ongedeelde dagelijkse leefsituatie. Daarin is hij of zij vaak niet de enige die onbetaald zorg verleend, maar doet dat samen met anderen.
Gelukkig staan mantelzorgers er dus meestal niet alleen voor. Maar hoe verhoudt de mantelzorg zich tot de andere vormen van zorg en ondersteuning? Hoe is het met de balans tussen zorg en andere verantwoordelijkheden?