Mensen die een WW-uitkering ontvangen, hebben een aantal verplichtingen. UWV heeft onderzoek laten uitvoeren naar de perceptie van de plichten die horen bij een WW-uitkering. De kennis over de regels en plichten en de motivatie en bereidheid om deze na te leven, blijkt onder WW’ers sterk te verschillen.
Wanneer UWV het gedrag van de WW -klanten beter begrijpt en onderkent, is de organisatie ook beter in staat dit gedrag te beïnvloeden en dienstverlening gericht op bevorderen van nalevingsgedrag beter vorm te geven. Daarom heeft UWV laten onderzoeken wat de perceptie is van de plichten die horen bij een WW-uitkering en hoe zij op die plichten reageren.
Kennis
Nagenoeg alle WW’ers (98%) weten dat ze actief moeten solliciteren naar werk en wanneer ze weer geheel of gedeeltelijk aan het werk zijn gegaan, dit aan UWV moeten doorgeven. Zij vinden dit belangrijk en nuttig. Meer dan 95 procent van de WW’ers weet dat zij taken in de Werkmap moeten uitvoeren1, afspraken met UWV moeten nakomen en vakantiedagen moeten doorgeven. Een deel van de plichten is minder goed bekend. Zo weet een vijfde (20%) van de WW’ers niet dat zij er melding van moeten maken als zij een opleiding volgen. Ook verplichtingen als het melden van veranderingen in de leefsituatie, het verrichten van mantelzorg en van een vriendendienst2 scoren laag in kennis. Deze laatste verplichting is zelfs bij 80 procent van de WW’ers niet bekend. Iets minder dan de helft van de WW’ers (46%) is op de hoogte van álle verplichtingen die horen bij een WW-uitkering. Vooral in de eerste maanden van de WW-uitkering blijken de kennis over en de achterliggende reden en noodzaak van de verplichtingen bij WW’ers laag te zijn.