De afgelopen jaren worden werkgevers, of liever gezegd opdrachtnemers (leveranciers) vanuit de overheid geprikkeld in hun sociaal ondernemen. Voorbeelden zijn de komst van de participatiewet; het opnemen van social return paragraven – zoals de 5% norm, PSO erkenning, ISO 26000, etc. – in inkoop- en aanbestedingsopdrachten. In sommige branches, zoals de bouw, onderhoud en facilitair is dit redelijk gemeengoed.
De afgelopen jaren worden werkgevers, of liever gezegd opdrachtnemers (leveranciers) vanuit de overheid geprikkeld in hun sociaal ondernemen. Voorbeelden zijn de komst van de participatiewet; het opnemen van social return paragraven – zoals de 5% norm, PSO erkenning, ISO 26000, etc. – in inkoop- en aanbestedingsopdrachten. In sommige branches, zoals de bouw, onderhoud en facilitair is dit redelijk gemeengoed. Voor anderen, zoals hoogwaardige industrie of dienstverleners met verplichtingen aangaande beroepskwaliteit, is het juist nieuw en een hele worsteling. Door voortdurend veranderende (inkoop) spelregels, die wisselen per gemeente en/of opdrachtgever, blijft het voor iedereen een uitdaging om aantoonbaar sociaal ondernemer te zijn en blijven.
Empowerment
Regionaal en lokaal zijn er vele netwerkbijeenkomsten rond het thema social return. Georganiseerd door lokale overheden, UWV, brancheverenigingen, et cetera. In deze bijeenkomsten worden de aanwezige werkgevers gevraagd actief sociaal te ondernemen of vinden zelfs ‘speed dates’ plaats om werkgever en werkzoekende direct bij elkaar te brengen. Creëren van bewustwording is het doel. ‘Empoweren’ is hierin het sleutelwoord. Anderen ertoe bewegen om ook sociaal te ondernemen. Een heel waardevol mechanisme. Zeker als hiermee voor een werkgever extra werk ontstaat vanuit beloning bij een opdrachtgunning.