In de Drentse gemeente De Wolden kunnen burgers met problemen of klachten in het sociaal domein terecht bij de sociaal ombudsvrouw. In deze bijdrage vertellen raadsgriffier Josee Gehrke en sociaal ombudsvrouw Irma van Beek over motieven, resultaten en de mogelijkheden van meer maatwerk in de ondersteuning van kwetsbare mensen.
‘Ik weet niet wie ik het nu nog kan vragen. Ze zeggen allemaal dat ze me niet kunnen helpen omdat ik niet precies bij hun werkterrein pas. Dat leggen ze me dan uit, alsof ik achterlijk ben. Maar wat heb ik eraan? Ik wil alleen maar weten bij wie ik dan wél terecht kan. Wie heeft het antwoord op mijn vraag?’ Deze hartekreet, opgetekend in het laatste rapport van de sociaal ombudsvrouw van de Drentse gemeente De Wolden, is herkenbaar. In elke gemeente zijn er mensen die bij uitvoering van de Wmo, Jeugdwet of Participatiewet tussen wal en schip vallen. Dat is nooit de bedoeling, en alle betrokkenen vinden het ‘heel spijtig’. In De Wolden gaat er dus ook wel eens iets niet goed. Maar op die laatste vraag, bij wie mensen dan wel terecht kunnen, geeft De Wolden een duidelijk antwoord: bij de sociaal ombudsvrouw Irma van Beek. ‘Mensen weten mij te vinden. En ik heb gemerkt dat ik in de meeste gevallen ook echt wat kan betekenen.’Als we wat verder doorpraten, ontdekken we vaak dat de regels meer ruimte bieden dan eerst gedacht.
Degens
De sociaal ombudsvrouw in gemeente De Wolden is drie jaar geleden door de gemeenteraad aangesteld. Het initiatief daartoe kwam van raadsgriffier Josee Gehrke, die niet geheel gerust was op een goede uitvoering van de nieuwe gemeentelijke taken in het sociaal domein. ‘Gemeenten, en dus ook de mensen die er werken, denken en handelen vanouds vanuit een bestuurlijk-juridische invalshoek. Dat is prima, althans op de terreinen waar gemeenten altijd al een rol speelden. Maar in het sociale domein, in de rechtstreekse contacten met hulpvragende burgers, zijn ook andere, sociaal-agogische competenties nodig.’ Gehrke plaatst vraagtekens bij de mate waarin ambtenaren daarover beschikken. ‘Begrijp me niet verkeerd, dit is geen kritiek, maar een waarschuwende constatering. In mijn functie als raadsgriffier keek ik daarbij in de eerste plaats naar de rol van de raad. Mijn taak is volksvertegenwoordigers te helpen.