Ver voor 2015 waarschuwden accountants al voor rechtmatigheidsproblemen bij de gemeentelijke jaarrekeningen als gevolg van de decentralisaties. Accountants, VNG en zorgaanbieders pleiten nu voor een vernieuwd verantwoordingssysteem. Peter Verheij van de VNG en Marita de Hair van de Nederlandse Beroepsvereniging van Accountants1, vertellen hoe het plan eruit ziet.1
Peter Verheij start het gesprek met de opmerking dat de huidige problemen met de jaarrekening niets zeggen over het slagen van de decentralisaties. ‘Voor alle betrokkenen bij de decentralisatie van de Wmo en de jeugdzorg was 2015 een lastig jaar. Voor de gemeenten, de zorgaanbieders, de accountants en last but not least de cliënten en hun naasten. Er was natuurlijk ook een enorme tijdsdruk waarin zoveel geregeld moest worden. Bij de gemeenten ging alle aandacht uit naar de continuïteit van de zorg. De administratieve processen kwamen daarna. Dat had ook te maken met de ICT en de uitwisseling tussen gemeenten en zorgaanbieder die nog ingericht moesten worden. Dat heeft een vertraging opgeleverd in het inzicht in de financiën. Maar daarmee is de decentralisatie zelf niet mislukt. Het tegendeel is waar. Er is veel bereikt, al is er nog veel te doen.’ Ook Marita de Hair is positief gestemd: ‘Er zijn nu dan wel problemen bij het opmaken van de jaarstukken, maar ook op het punt van financiën is er al veel bereikt. Gezamenlijk hebben we eraan gewerkt om het toch zo goed mogelijk op orde te krijgen.2 Het was ook erg veel en complex. Voor de bestaande beleidsterreinen hebben gemeenten en accountants in de loop der jaren allerlei routines ontwikkeld, dat liep allemaal redelijk tot goed. Maar nu kwam er een terrein bij, met honderden nieuwe partijen, namelijk de zorgaanbieders, en tienduizenden nieuwe cliënten. Het is een prima beweging om zorg dichterbij de burger te organiseren, maar er is naast wet- en regelgeving een set van lokale spelregels ontstaan die het allemaal wel heel complex maakt.’
Tussen die nieuwe partijen moeten volgens De Hair zich nu ook nieuwe routines ontwikkelen. ‘Meestal kenden zorgaanbieders en gemeenten elkaar niet, kenden elkaars werkwijze en cultuur niet. Zo hadden de zorgaanbieders tot 2015 meestal maar met enkele zorgkantoren te maken. En nu opeens met tientallen en soms honderden gemeenten en met contractuele voorschriften die per gemeente verschillen. Administratief is dat zeer ingewikkeld. Wij als accountants waren soms de “boodschapper van het slechte nieuws” als we de naleving van al die voorschriften moeten controleren en erachter kwamen dat de administratie daarop niet was ingericht. Vervelend voor iedereen, maar de wet schrijft voor dat we die controles doen.’